koning Willem 1 het 'Regelement op de
Pijpenfabrieken en de Pijpenhandel' goed,
waardoor de oude gilderegels in een nieuw
verenigingsverband herleefden.
Desondanks kwam de glorie van de
achttiende-eeuwse bloeitijd in de
pijpenindustrie niet meer terug.
Propaganda per pantoffel
De officiële leuze 'Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap' gaat terug op de Franse
schrijver en denker Jean-Jacques Rousseau
(1712-1778), inspirator van de meer radicale
stromingen onder de Franse revolutionairen,
i.e. de Jacobijnen. Tot Rousseau's
bewonderaars en grage lezers behoorden
niet alleen de beruchte Robespierre, maar
ook de jonge Napoleon.
Als 'Keizerder Fransen' zou deze de
voltooier van de Franse Revolutie worden,
door de grondvesting van een systeem van
rechtszekerheid, waarin overigens de
idealen van vrijheid, gelijkheid en
broederschap definitief tot schimbeelden
waren verdampt.
Rousseau won in 1749 een prijsvraag van de
Academie van Dijon, waarin beantwoord
moest worden of de kunsten en
wetenschappen hadden bijgedragen tot de
zedelijke verheffing van de mens. Rousseau
vond van niet: 'De beschavingen zinken
steeds dieper en zijn ondergegaan, naarmate
wetenschappen en kunsten verder tot
volmaking zijn geraakt.Een gelukkige
staat komt tot stand wanneer men naar de
oorsprong der dingen terugkeert, en het
geleidelijk gegroeide misgewas overboord
werpt. Dan kunnen de burgers weer de
handen ineenslaan, en door hun onderlinge
overeenkomst de samenleving doen herrijzen
in gelijkheid, broederschap en vrijheid.
Terug naar de oorspronkelijke mens, in de
geluksstaat.
De vrijheidsleus was in het revolutionaire
Frankrijk en de door haar 'bevrijde'
gebieden niet alleen terug te vinden op
pijpenkoppen, maar op allerlei zaken: tot
aan de pantoffel toe, getuige een object uit
het museum Carnavalet te Parijs (zie
afbeelding).
Spreuk, muts, hoed
De leus 'Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap' bloeide in ons land aan het
eind van de negentiende eeuw weer op in de
organen van de revolutionaire socialisten,
zoals Recht voor Allen van Ferdinand
Domela Nieuwenhuis en zijn Sociaal-
Demokratische Bond. Na nog een korte
opleving bij de revolterende studenten en
verwante bewegingen aan het eind van de
jaren zestig in onze eeuw, verstomde de
bedaagd geworden leus.
Het huidige staatswapen van de Franse
Republiek draagt overigens nog altijd de
leuze 'Liberté, Egalité, Fraternité'. Een
sterk aan de leus verbonden Frans
vrijheidssymbool was de Frygische,
Jacobijnse of vrijheidsmuts. Deze is ook te
zien op de afgebeelde Parijse pantoffel.
Onder de symbolen van de Franse Revolutie
nam de personificatie van de revolutie als
vrouw met bepaalde attributen een centrale
plaats in. Zij had doorgaans een Frygische
muts op het hoofd, of op de piek die zij in
16