EEN RIDDER UIT KAPELLE
Koninklijke onderscheiding voor Bas Oele
Jan Kuipers*
Dinsdagochtend 29 april vond in het gemeentehuis te Kapelle een feestelijke bijeenkomst plaats.
Nehalennia-redacteur Bas Oele ontving aldaar het bericht - en de bijbehorende versierselen -
van zijn benoeming tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Uit 'waardering voor het
onvermoeibaar spitten in de Zeeuwse historie'zo kopte de volgende dag de Provinciale
Zeeuwse Courant.
Met een smoes over een dringende
bespreking aangaande de oudheidkundige
vondsten in het Kapelse bestemmingsplan
Overtieringe was Bas naar het gemeentehuis
gelokt. Hoewel de misleiding bij
binnenkomst in de met tal van bekende
gezichten gevulde raadzaal meteen duidelijk
was, hield burgemeester De Groot het
Overtieringe-excuus nog even vol: immers,
bij het bouwrijp maken van het gebied zou
een document zijn gevonden over het
aanstaande ridderschap van Bas. Dit stuk
luidde volgens de burgemeester als volgt:
'Op 23 juni 1996 heeft de heer Oele de 65-
jarige leeftijd bereikt. En hoewel dat voor
de meeste mensen een tijdstip is om een punt
achter hun carrière te zetten, heeft de heer
Oele vorig jaar aangegeven zijn
werkzaamheden nog enige tijd te willen
voortzetten. Niettemin is er toch aanleiding
en dan speciaal voorafgaande aan
Koninginnedag, even nadrukkelijk stil te
staan bij de vele activiteiten die de heer
Oele in Zeeland voor de cultuurhistorie heeft
ontplooid. En ook is het goed eens stil te
staan bij de betekenis van de persoon van de
heer Oele voor de archeologie en
monumentenzorg in het bijzonder.
Vervolgens ging de heer De Groot
uitgebreid in op Bas' carrière als assistent
van drie achtereenvolgende provinciaal
archeologen, publicist, educator,
dialectbevorderaar, monumentenman,
bestuurder, natuurbeschermer èn
mederedacteur en producent van
Nehalennia. Ook 'binnengemeentelijke'
activiteiten als die in het kader van de
restauratie van de monumentale Kapelse
kerk werden genoemd.
Het is in kort bestek ondoenlijk alle functies
en bezigheden van Bas Oele op het gebied
van archeologie, cultuurhistorie en natuur-
en landschapsbescherming gedurende zijn
decenniënlange loopbaan te noemen. En dat
is ook niet echt nodig, omdat Bas bepaald
geen introductie meer behoeft: velen van
onze lezers en leden hebben immers wel
eens persoonlijk met Bas in een van zijn
vele hoedanigheden te maken gehad. En de
anderen kennen hem van zijn permanente
'aanwezigheid' in ons kwartaalblad.
Burgemeester De Groot concludeerde dat
Bas Oele door zijn veelomvattende kennis
en activiteiten op het gebied van de
Zeeuwse oudheidkunde,
landschapsgeschiedenis, cultuurhistorie en
monumentale bouwkunst de afgelopen jaren
in niet geringe mate bij heeft gedragen aan
het 'gezicht' geven aan de historie van
Zeeland, en tevens een onmisbare vraagbaak
was (en is) voor allen die iets willen weten
over de cultuurhistorie en archeologie in
onze provincie.
Ook de hechte samenwerking met
echtgenote Koos kreeg gelukkig veel
aandacht op 29 april: Bas' ridderorde moet
dus eigenlijk in tweeën. Burgemeester De
Groot: 'Ook u, mevrouw Oele, hebt
nadrukkelijk recht op onze grote dank voor
uw inzet voor de zaak van het behoud van
alles wat cultuurhistorisch waardevol is en
last but not least natuurlijk voor de algehele
ondersteuning van het werk van uw man. In
dit gezelschap en op dit voor u belangrijke
moment, mag uw bijdrage geenszins
onderbelicht blijven.
Mevrouw Oele, u wil ik vanzelfsprekend ook
heel hartelijk feliciteren en nog een extra
gelukwens is hier op zijn plaats, want ik heb
begrepen dat het vandaag ook nog uw
verjaardag is.
Bij deze gelukwensen voor Bas en Koos
sluiten redactie, besturen en naar we
aannemen ook de lezers van Nehalennia van
harte aan.
*Met dank aan de heer G.C. de Groot, burgemeester
van de gemeente Kapelle.
23