er iemand onverwacht vroeg thuiskomt, vraagt hij wel eens: Bin je uut'ere- gend? Intussen meent hij, dat ook degene die uutvalt wel binnenwerk kan doen. Maar ligt daar niet juist het verschil tussen uutvaole(n) en uutregene(n)De gegeven zegswijze a 'k nog's uutvaoie doet ons vermoe den dat de dialectspreker die er ge bruik van maakt, een andere gevoels waarde aan uutvaoie toekent, dat voor hem te maken heeft met de onverwach te vrije beschikking over meer tijd. Er wordt ook nog eens teruggekomen op achteran kieke, dat zou betekenen: afwachten. Je mot's achteran kieke, wat'r van terecht komt: wacht maar eens af! Mevr. N. Slager-den Engelsman (Ovm) noemde dit een negatieve uitdrukking over iemand, van wie je verwacht dat hij de fout ingaat. Ook van het eiland Tholen (Scherp) kwam o.a.: "A je je bord te vol schep ten, wier gezeid: je mag de pee-bor- ren d'r wel an doeë!" Er leven nog soortgelijke aan de landbouw ontleen de gezegden in onze dialecten, die we graag willen noteren Mevr. L.J. Knöps (Dl) geeft ons de gelegenheid met haar inzending aan dacht te vragen voor oude woordvor men, die nog hier en daar wel eens worden gehoord. Voorts kwamen we de verkleiningsuit gang sje weer tegen: druksje (dropje), 't 'oeksje (hoekje) enz., waarop we vroeger vanuit Waarde werden gewe zen door dhr. P.W. Jobse. Ons is nog niet voldoende bekend, in welke mate deze wijze van verkleinen nog gebruikt wordten waar? Dhr. D. de Looff (Wsk) mist in ons Woordenboek het woord franspies, dat op Noord-Beveland betekent: dak kapel. Het is ons bekend, afgeleid van het franse 'frontispice', Neder lands ook 'frontispies' (voorgevel) in welke dialecten ook: frontespies? Algemene opmerking van dhr. G. Tanis (Odp)"'t Bliekt iedere kêêr wêêr, dat de Ouddurpse (Goerêêse) uutdruk- kingen mêêr overêênstemme mit die in 't gangbaere A(B)N dan mit die in 't Zêêuwse diejelekt." Wie en waar is (men) het daarmee eens? Oude gebruiken Mevr. H. Wolters-Cevaal(Srk) schrijft: "Het vaste personeel kreeg ook bij ons op de boerderij met Pasen 13 eieren. Mij staat bij, dat ik voor mijn moeder eens 13 eieren moest gaan ruilen bij de buren. Daar was nl. een haan aanwezig. Wij hadden geen haan, omdat zo'n beest vroeg begon te kraaien. Mijn grootmoeder werd dan te vroeg wakker! Mijn moeder maakte een ronde ton, in mijn herin nering 'n graanton, klaar met hooi of stro. Vervolgens werd die ton in het inmiddels leeggemaakte kolenhok geplaatst. De eieren gingen erin en een broedse kip er bovenop. Wij kin deren mochten tijdens de broedduur niet in de buurt van het kolenhok komen. Waarom 13 eieren? Mogelijk omdat de kip met haar warme lijf er juist 13 bedekken kon, meer niet. Er kwamen er wel eens 'n paar niet uit - als de rest half-om-half hennetjes en haantjes leverde, hield je toch een toom kippetjes over, die later genoeg eieren zouden geven voor een gemiddeld gezin." Volgens anderen zou de bedoeling zijn: een dozijn plus één - voor het brekenVeel dingen werden immers per dozijn verkocht vroeger. Vanuit Koewacht deelt mevr. M.L. van Veen-D'hert mee, dat zij er de Katholieke Encyclopedie op nagezien heeft. Zij vond in nr. 8, blz. 630: "Dertien, ongeluksgetal in het bijge loof. De mening, dat de dertiende man de dood aanbrengt, wordt door sommigen in verband gebracht met een oud-Noorse sage, waarin Balder, één der dertien goden van de Noord- Germanen, sterven moest. Anderen zoeken verband met het feit, dat aan het laatste Avondmaal dertien perso nen aanzaten: Jezus met zijn twaalf Apostelen - dus ook Judas." Mevr. M. Oele-Geelhoedt (Zsg) laat ons weten, dat in Zeeland eieren niet alleen per 13 werden verkocht, maar 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 33