presenteren namens onze Vereeniging. Luisteraars kunnen reageren, schrifte lijk of mondeling, zelfs tijdens de uitzending - en daarvan is al dadelijk in deze eerste weken grif gebruikt gemaakt! Dhr. Francke doet verslag van zijn ervaringen in deze Nehalen- nia-aflevering. Reacties op Nehalennia 79 blz. 30 e.v. Uit de antwoorden op onze vraag over het gebruik van êên en al, als in de zegswijze êên blaaje aal, is nog geen conclusie te trekken. Aol de mieter plassen (P. Lodder; Smd) of 't is êêne straele waeter, (A. Slaager; Hsd)of N.a.v. twi zielen in êên ziezak liet de familie Slaager weten, dat zij wel kenden: twêê zielen in êên gedachte, wat ze aanvulden met vuuf minute onbedachte en negen maende wachte! Inmiddels wordt nog navraag gedaan in andere regio's, waar de ziezak door sommigen in de gegeven zegswij ze niet en door anderen wel gebruikt zou worden. Graag nog commentaar van onze leden! De combinatie van-dirrom van dhr. H. Limonard (Hrh) is nog door nie mand bevestigd, 'n Enkele informant (Bzl) herinnerde zich vaag de samen voeging, of ook wel voe-dirrom(Kb) waar een reden gegeven werd: ze was ziek, van dirom kon ze nie komme. Maar in ons hele dialectgebied blijkt dat geval dae(r) vandaen of dao(r) vandaon te worden gebruikt, in som mige streken ook: daevan of daovan of daevó.Plaatselijke opgaven zijn nog welkom, ook wat betreft het ge bruik van het werkwoord doen, waar een bezigheid wordt meegedeeld. Uit de ontvangen antwoorden blijkt dat dit nog lang niet is uitgestorven. Ik doe kroótjes koke (Bh), ik doewe aepels bakke (Smd) wordt nog in deze tijd gehoord, evenals ik doe aerpels bakke (Kb)Ook in uw omgeving? Mevr. M. Oele-Geelhoedt herinnert ons nog aan twee zielen in êên zak, dat o.a. in Zaamslag wordt gezegd. Het komt voor, zegt ze, in het ver haaltje "Appel'out", dat geplaatst is in Nehalennia nr. 67. Ook herinnert ze ons aan de in Nehalennia nr. 74 gestelde vraag naar de betekenis van het woord roeteket- jèrwaarop geen enkele reactie bin nenkwam. Eerst nu is zij een en an der aan de weet gekomen "Ketjèr schijnt afkomstig te zijn van het franse cóté (zijkant). Wanneer vroeger de kinderen in het Land van Hulst naar school gingen, of om een boodschap werden gestuurd naar het dorp, riep hun moeder hen steeds na: ronteketjèr! Het betekende, dat ze aan de kant van de weg moesten lopen." Enige briefschrijvers zonden hele lijs ten met woorden en uitdrukkingen, waarvan wel veel bekend was op het secretariaat, maar die in elk geval voor onze controle heel nuttig zijn. Hartelijk dank! Zo werden we b.v. door mevr. L. Rijstenbil (Scherp) o.a. herinnerd aan: da's a'n gróêten en hoe we dat vroeger hoorden: 'n dagje uut mit de bejaerden 't regen nie, da's a'n gróêten! (dat is al heel wat waard). In welke van onze regio's kent men deze uitroep? En waar niet?. Dat moet nog uitgezocht worden. Op een ander lijstje o.a.: 't is bie 'eur altied kant in 'uus, met de verta ling: netjes. Wij kennen wel: de boel an kant doen (opruimen). Soms komt zo'n ingezonden gezegde op de vragen lijst terecht, voordat we stil gestaan hebben bij het werkwoord, dat er in gebruikt wordt, dat op zichzelf ook tot de Zeeuwse dialecten behoort. Zoals onlangs: op de vraag aan iemand, wanneer hij eens kwam helpen, het antwoord a 'k nog's uutvaole, door ons vrij vertaald: als ik eens tijd heb. Duidelijker was wellicht geweest: als ik eens tijd over heb. Uutvaole wordt gezegd, als de weers omstandigheden het werk op het land of het plukken van fruit onmogelijk maken, zodat men ermee moet stoppen. Dan kan er onverwacht tijd vrij zijn voor iets anders. Dhr. A.J. Beenhakker (Ktg) vergelijkt met uutregene(n)dat ook buiten ons dialectgebied gangbaar is. Als 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 32