zijn beslist goed, want ik kan lees bare aantekeningen maken. Even moe ten we iets stouts doen. We rijden over de grens en de Scheldedijk, on danks goed zichtbare verbodsborden. Dit is nu een geval van het kind in de mens. Het jachthuis van Mr. De Kloet. Hij maakte zijn eigen dijkver zwaring als laagste inschrijver. Hij had er 2,5 miljoen voor over om zijn eigen jachtterrein veilig te stellen. De Patrijshoeve ligt daar zo maar een zaam te wezen onderaan de dijk. Over de dijk ligt het Verdronken Land van Saeftinge. Bij de aanleg van de lei dingenstraat in 1965 is het z.g. Selenapoldertje ontstaan. Door de doorbraak van de afsluitende kade bij de winterstorm in 1990 stroomt het poldertje nu tweemaal per dag onder. Bij stormvloed kan het water tot vier meter hoog komen. EmmapolderKoninginnestraat"Het Verdronken Land", staat er op het uithangbord met schaapvoor het café. Het staminee is iets groter dan vroeger bij mijn opoe op Hoofdplaat. Direct aan de muren een plaat van de Utrechtse Levensverzekering en aan de andere kant de Driehoefijzers- plaat met de Drie Musketiers. Hoog het glas, Hoog het lied, Hoog het bier. Toen ik dit in de eerste klas lagere school opzegde voor onze zeer Roomse juffrouw, omdat ik dit zelf kon lezen, keek ze zeer zuinig en negeerde het hele vers verder. Ook de ouderwetse etagère met bier- en borrelglazen, en verder prullaria, roept herinneringen op. Op de schouw kijken twee HHartbeelden en een borstbeeld ons aan. Net als thuis zijn de vingers van de handjes zonder gipslaag met uitstekende ijzeren pin netjes. Door bezoek van de vliegen moest je er altijd veel te hard op poetsen. Het glazen peper-, zout- en mosterdstelletje stond ertussenin te pronken, zonder de bijbehorende gla zen en houten lepeltjes. Dit stelle tje stond altijd paraat voor de leur ders die met hun kastje met spulletjes op hun negotieweg binnenschoven voor een boterham met gekookt spek of, als het financieel toelaatbaar was, een schelle rauwe hespe. Wat kostte dat toen weer? We kunnen niet allemaal in de gelag kamer en we mogen nu de deur open is in de netjeskamer, die bij minder klanten dicht blijft. Daar hangen ook de lijsten met de portretten van de vorige generatie. Wat geweldig dat de reis ons, om de dorst te lessen, langs hier voerde. Kwispedoors waren er gelukkig niet meer. We hebben nog wat tijd over en de bus maakt nog een paar omweggetjes voor we afscheid nemen aan de pont. Meneer Brand, mijn dank is groot voor alles wat u ons vertelde. De leden die er niet bij waren hebben veel gemist. Dank ook aan allen die deze reis mogelijk maakten. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 20