VAN HET VEERSE GAT NAAR DE WILDE KUST
Adriaan Anthony Brown, een Veerenaar in Zuid-Amerika
door
P. Blom
Inleiding
"ik woon hier onder een partij roof
vogels, die ten koste van weduwen
en weesen en onnoosele menschen
schatten verzamelen, zo dat uw ede
le wel denken kunt dat ik onder hun
maar een bedroeft figuur maaken,
nogtans deere mij dat niet een sier,
ik begeere op so een wijse geen geld
te schrapen, daar en teegen geniet
ik iets, dat zij moeten derven, nament-
lijk een gerust gemoet"
In augustus 1775 bereikte uit de rim
boe van Guyana een brief met deze
ontboezeming John Gregorie, Schots
koopman in Veere. De schrijver was
zijn zwager Adriaan Anthony Brown,
43 jaar oud, geboren en getogen te
Veere. Tussen juni 1773 en juni 1781
was Brown als officier van justitie
werkzaam in de Nederlandse kolonie
Essequebo, aan de kust van Guyana.
Indertijd beter bekend als de Wil
de Kust.
Zijn archief bleef twee eeuwen lig
gen in het stadhuis van Veere. Deze
papieren erfenis geeft een bijzonder
beeld van een koloniale ambtenaar
en zijn contacten met Zeeland.
Jeugd en loopbaan te Veere
In het begin van de 18e eeuw was
Veere als handelshaven sterk op haar
retour. Weliswaar was de stad nog
steeds de officiële stapelplaats voor
Schotse handelswaar, maar het belang
hiervan nam af. Waren het in de 16e
eeuw politieke factoren die prevaleer
den, in de 17e en 18e eeuw speelden
economische motieven een meer belang
rijke rol. De stapelcontracten die het
stadsbestuur met de Schotse steden
sloot, konden niet verhoeden dat
steeds meer kooplieden het afgelegen
Veere meden en hun heil zochten in
Rotterdam. De opkomende kolenhandel
vond hier een betere afzetmarkt voor
onder andere de bierbrouwerijen en
suikerraffinaderijen. Ook hadden de
schippers hier meer kans op retour
vracht. In 1725 werden in de Repu
bliek de accijnzen op im- en expor
ten verlaagd. De belastingvrijdom
die de Schotten in Veere genoten stel
de zodoende weinig meer voor
Desondanks bleef er de gehele 18e
eeuw een Schotse Natie bestaan.
Schotse handelshuizen zoals Gregory,
Tennant en Turing hadden aan de
haven hun pakhuizen.
Niet afgeschrikt door de verslechte
rende situatie werd op 3 augustus
1726 de 31-jarige Londense koopman
William Brown poorter en burger van
Veere
Hij was getrouwd met Anne Eustich.
Uit dit huwelijk werd op 20 augustus
1732 te Veere een zoon geboren:
Adriaan Anthony. Over zijn vorderin
gen als peuter zijn we geïnformeerd
door middel van een lang gekoesterde
brief. Op 3 juli 1734 schreef William
uit Veere aan Anne die op dat moment
bij haar neef Peter Banchillon te
Londen verbleef. De trotse vader geeft
hoog op van zijn zoon: "our boy is
very well speaks Dutch, Enghlish
French very plain he grows
mightily is very good considering"
Het familiegeluk was geen lang leven
beschoren. Op 30 januari 1735 verschenen
beide echtelieden voor notaris Samuel
Aarnouts om hun testament op te maken
5
Enige dagen later zou William als as
sistent op het VOC-schip "Anna Catha-
rina" naar Batavia vertrekken.
Op 3 februari 1735 verlieten de Oost-
indiëvaarder '"t Vliegend Hart" en
haar volgschip "Anna Catharina" de
rede van Rammekens. Kort na het
uitvaren vergingen beide schepen
2