pen, dat het moest zijn: Ze dee m'n uutlegge: Ze legde uit. Dhr. A. van de Velde (Aj-Phi) vergelijkt dit nog eens met het Engels: she did tell me is sterker uitgedrukt dan she told me. 't Kwam vroeger vaker voor, b.v. Wat doe jie? Ik doe aerepels bakke, enz. Onze vraag is vooral: waar in ons dialectgebied? Bij voorbaat dank voor elk commentaar! OUDE GEBRUIKEN Mevr. M. Wijffels-van Waes (Wdo) schrijft: "Van oude Paasgebruiken bij de Rooms-Katholieken van Oost Zeeuwsch-Vlaanderenwaar ik mijn jeugd doorbracht, kan ik mij nog her inneren dat op Witte Donderdag de klokken ophielden met luiden. In de kerk werd toen als teken van rouw een ratel gebruikt om de plechtige momenten te bekrachtigen. Ons werd verteld dat de klokken naar Rome vlogen, om daar te blijven tot Paas zaterdag. Op die morgen luidden de klokken weer feestelijk het Paasfeest in. Ze waren dus teruggekomen, en strooiden in de tuinen overal eieren. Die werden daar natuurlijk verstopt door huisgenoten of familie. Heel vroeger waren dat versierde kippe- of ganzeeieren, maar later waren ze van chocolade. De kinderen mochten ze dan na de kerkdienst gaan zoeken. Dat was, net als Sinterklaas, een heerlijke traditie!" Dhr. P. van Langeraad (Dsr) herin nert aan de palief vaste mart (de dondert drie weken voor Pasen op Schouwen-Duiveland)Dan werden in de stad de nieuwe kleren voor de Pasen gekocht. Behalve hardgekookte eieren at men op de feestdagen krentenbrood met kruukels (alikruiken). Het vast personeel op de boerderij kreeg met Pasen 13 eieren. Wij vra gen ons met dhr. Van Langeraad af: waarom 13? Mogelijk kan iemand ons ook nog eens uitleggen, waarom de eieren op zoveel plaatsen in Zeeland steeds per 13 verkocht werden (en misschien ergens nog worden)? Dhr. M.J. Geuze (Ha) weet nog dat in 't begin van de dertiger jaren kin deren om een paasei kwamen vragen, ook dat een volwassen man uit Wol- phaartsdijk dit deed.Hij had een spoormande bij zich, om die eieren in te doen. Hij werd Jaap Slik ge noemd - dat was misschien een bij naam In het prachtige verhaal uit de jeugd van mevr. M. Blommaart over Broodbakken in vroeger doagen (in Nehalennia 78, blz24) lezen we, dat den oven nie goe gehjèld was, dat die van binnen nie êêlemoal wit was, dat er boven altijd 'n zwarte plek bleef - haar moeder gaf een dui delijke uitleg (blz. 25 rechter helft). Nu is onze vraag: Welk dialectwoord werd (wordt) in uw regio gebruikt in plaats van gehjèld? Mogelijk is er nog een bakker, die voor ons de Nederlandse vertaling ervan heeft? Dhr. J.W. van 't Veer (Bzl) geeft 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 43