ling op andere - geschreven - bron nen vormen. Na het verschijnen van "deel 1" duur de het erg lang voordat het vervolg het licht zag. De opvolger van De Bree, Dr. G. Taal, overleed voorjaar 1984. In 1985 werd de jonge Amster damse historicus Gijs van der Ham uitverkoren om het project te voltooien. Dat is hem dan april van dit jaar mid dels een promotie gelukt. De lange duur en de daarmee verbonden - rela tief - hoge kosten van het geschied- schrijvingsproject gaven meerdere malen aanleiding tot zure commentaren in de provinciale courant. En rondom dit tweede deel barstten - uiteraard - weer de nodige discus sies los. De aard daarvan was niet altijd even verheffend. Zo zou de auteur zijn onderwerp te afstandelijk hebben benaderd (het is ook nooit goed: tè betrokken of tè afstandelijk), zou zijn schrijftrant niet soepel zijn èn - zwaarste verwijt - zou het boek wemelen van de fouten! Om met dit laatste te beginnen: twee jonge ama teur historici, Hans Houterman en Hans Sakkers, maakten een waslijst van fouten en huns inziens foute in terpretaties van de auteur. Op een aantal onderdelen hebben zij zeker geen ongelijk. De militaire kant van het geheel had, naar mijn smaak, door Van der Ham nog wel wat meer uitge diept kunnen worden, omdat Zeeland juist door de strategische ligging van de provincie militair van groot belang was ("de slag om de Schelde"). Er zitten wat dat betreft nogal wat rare fouten en onduidelijkheden in het boek (zo blinken de opgenomen kaartjes bepaald niet uit door helderheid en overzichtelijkheid en staan er zelfs aanwijsbare onjuistheden op). Wel licht had er aanvullend bronnenonder zoek (met name in Duitse archieven) plaats dienen te vinden om een com pleter beeld te krijgen. Echter, deze detailkritiek doet geen afbreuk aan het geheel, zij tast de totale ge schiedschrijving m.i. niet wezelijk aan. En wat dat afstandelijke betreft: nuchter en objectief naar je onder werp kijken kan, ook indien het zo beladen is als het onderhavige, zeker geen kwaad. Het werd zelfs hoog tijd, een halve eeuw na dato. J.C.H. Blom zette een aantal jaren terug al de toon. Vergelijk in dit verband ook: P. Kamphuis en H. Amersfoort (red.), Mei 1940. De strijd van het Nederlan- se leger (1990). In dit recent versche nen boek worden allerlei bekende za ken eens opnieuw tegen het licht ge houden en daarmee mythen doorge prikt (het vermeende elitekarakter van de Duitse troepen, de excessen die aan Duitse zijde zouden zijn ge pleegd en de strijd bij Kornwerder- zand om er enkele te noemen) Dan nog wat over het boek van Van der Ham zelf. Het heeft m.i. weinig zin om Zeeland 1940-1945, deel 2, hier en détail te' bespreken. We be perken ons daarom tot de grote lijn. Het boek is goed en overzichtelijk opgebouwd en omvat 5 delen (te we ten: 1. Bezette provincie - verdeelde provincie; 2. Verzwaarde lasten: Zee land verder versterkt; 3. Op weg naar het einde; 4. De geallieerde op mars; 5. Na de bevrijding). Deze de len bestaan elk weer uit meerdere hoofdstukken, die op hun beurt weer in paragrafen zijn onderverdeeld. De tekst is over het algemeen duide lijk en helder. Over de schrijftrant van de auteur kan men van mening verschillen, zo beeldend en meesle pend als zijn voorganger De Bree schrijft Van der Ham zeker niet (hoe wel een recensent in het ZT 1990 2, 74, spreekt van "een uitstekend lees bare dissertatie met een breed over zicht van de gebeurtenissen in Zee land tijdens de Tweede Wereldoorlog"). Het gepresenteerde materiaal is niet overal evenwichtig; over de onderbe lichting van het militaire aspect spraken we hierboven reeds. De il lustraties zijn over het algemeen, op enkele missers in de onderschriften na (b.v. pp. 190 en 239), ter zake doende en goed gekozen. Het laatste gedeelte van het boek is naar mijn smaak het zwakste. Ik vind het boek zelfs wat "onaf"want een goede sa menvatting en conclusie ontbreken hier helaas. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 37