.j. .j..j. slecht dat de predikant Samuel Sche- pens de plaats verliet en zich op het Oudeland van Schakerloo vestigde. Het definitieve einde kwam toch nog onverwacht Slag op het Slaak In 1631 waagden de Spanjaarden een poging om via de Zeeuwse wateren naar het noorden door te stoten en aan het Volkerak en op Goeree-Over- flakkee fortificaties aan te leggen. Ongeveer 90 grotere en kleinere sche pen met geringe diepgang werden hiervoor in Antwerpen uitgerust en bemand met 4300 soldaten en 1300 matrozen. Onder bevel van graaf Jan van Nassau verliet de vloot op 10 september Antwerpen en voer via de verdronken landen van Saeftinghe over de Westerschelde, waarbij de dieper stekende Hollandse en Zeeuwse vloot op afstand kon worden gehou den. De tocht werd voortgezet over de verdronken landen van Zuid-Be veland. Op korte afstand van Rei- merswaal voer Jan van Nassau door het Lodijksegat de Oosterschelde op De Spanjaarden moesten echter wach ten op de 22 schepen, hoofzakelijk beladen met materiaal voor de forti- ficatiewerken en munitie, die op de ondiepten waren vastgelopen. Ze ver speelden hierdoor een deel van hun voorsprong op de Staatse vloot die met zijn dieper liggende schepen een omweg moest maken. Op 12 september 's avonds bereikte men roeiend en zeilend Sint-AnnalandDe volgende dag kon de Staatse vloot, inmiddels gegroeid tot 50 schepen, begunstigd door sterke wind, de Spaanse vloot op het Slaak inhalen en na een ge- Slag op het Slaak in 1631. De tocht van de Spaanse schepen van Antwerpen Irechtsbovenvia het verdronken land van Zuid-Beveland en de noordkant van het eiland Tholen naar het Slaak is door een stippellijn aangegeven. Van de kaart is het oosten boven. V V V V V V V V V V V

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 8