v denken, maar mogelijk associaties op roept met woorden als lekkaoge? Kan er misschien ook verwantschap zijn met het woord mekaniek dat volgens Van Dale het samenstel der delen is, waardoor iets in werking wordt ge bracht? We moeten het bij vraagtekens laten, en hopen dat er iemand is die ons de herkomst van dit dialectwoord kan verklaren. Ook van Flakkee vernamen we, dat de larve van de houtkever daar hout- wurm wordt genoemd, maar door hout worm aangetaste balken zijn er vermie- terdOp blz. 28 gaven we de Oost Zeeuws-Vlaamse zegswijze: E kan al léén mar laote ligge, wat t'êêt en te zwaor is. Dhr. J. Roose heeft voor ons het ge zegde van Koudekerke, waarmee pre cies hetzelfde wordt bedoeld: Aolles dat'n lae lehhe, is kokend lood en meulenstêênen Niet minder plastisch is het antwoord dat dhr. A. Slager kent op een op Burgh-Haamstede aangeboden borrelt je: Graeg, want 't is de pest in an dermans ziele. Ook dit n.a.v. het OZV1 over de on gezonde alcohol: 't Is vergèf in a lijf- Op dezelfde bladzijde schreven we over het taaie oneetbare "geelhaar", dat op Tholen naaiersvleis wordt ge noemd, waarbij helaas een drukfout de eerste letter n met m verwisselde. We zullen nog graag van onze leden in andere regio's vernemen, hoe uw slager dat geelhaar noemt! Mogelijk ook draodjesvlêês? Dhr. L.C. Oele merkte terecht op, n.a.v. blz. 57 van Neh. 76 (vragen lijst beantwoording 13b, dat in zijn dialect (Kpl) de uitdrukking: Nou die ei óók gin kruukels eheete niet gebruikt wordt als iemand langzaam heeft gegeten, maar integendeel juist als het vlug is gebeurd. Het uit de schelp halen van de kruukels kost im mers extra tijd! Dhr. O. de Wilde (Cg) schrijft als rectificatie op de vragenlijstbeantwoor- ding in Neh. 77 blz. 36, vraag la (lijst september 1989), de laatste re gels, "dat moet zijn: 't akkedaer wir nie; 't is dor bal en 't zit wir schêêf" De door deze inzender destijds inge vulde lijst is er bijgehaald en daar is duidelijk akkedeert te zien. Bal en schêêf waren zo geschreven, dat mevr. dr. Bakker er val en schief in zag. Goed dat dhr. De Wilde ons er zelf attent op maakte. Het komt wel meer voor, dat er op beantwoorde lijsten gepuzzeld moet worden: wat staat daar precies? Mogen we hopen, dat alle leden van onze Vereeniging die de moeite doen onze vragenlijsten in te vullen, inzien hoe belangrijk het voor het onderzoek is, dat zo duidelijk mogelijk geschreven wordt? OUDE GEBRUIKEN Een paar dagen vóór Pasen werd het secretariaat opgebeld door een R.K. instituut uit 's-Hertogenboschwaar men wilde weten welke Paasgebruiken nog in Zeeland bestaan. Toen hebben we ons gerealiseerd, dat we buiten West Zeeuwsch-Vlaanderen en Walche ren geen enkel Paasgebruik kenden in ons dialectgebied. We verzuimden tot nu toe er navraag naar te doen. Wie wil de nog in eigen streek be staande gewoonten vpor Nehalennia beschrijven, en wie kan ook over ou de, niet meer bestaande Paasgebruiken nog iets vertellen? N.a.v. hetgeen op blz. 29 in Neh. 77 is te lezen over oude gewoonten bij een sterfgeval herinnert dhr. P.J. van Langeraad (Dsr) eraan dat vroe ger, voordat de liekkoesse er was, de boerenwagen werd gebruikt bij begrafenissen. Ook laat dhr. M.J. Geuze (Ha) weten dat hij vermoedt, dat er een vergis sing is begaan bij de informatie uit Herkingen. Hij meent dat stro niet op straat gestrooid werd vóór het sterfhuis. Men deed dat wel vóór het huis van een ernstig zieke, om het geluid van voorbijrijdende wagens wat te dempen. (Zie tekening in het boek van Rien Poortvliet Langs het tuinpad van mijn vaderen blz 32 "Wel was het vroeger (overal?) de ge woonte, bij een sterfhuis bossen stro 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1990 | | pagina 31