sen komt de ontwikkeling van de voedselprijzen om de hoek kij ken. De revolutiejaren 1848, 1830, 1789 en zelfs 1566, het Jaar van de Beeldenstorm wei den gekenmerkt door hoge voed selprijzen, wat niet wil zeggen dat er een direct verband be staat tussen hoge voedselprij zen en revolutie. Uit de discussie's die gevoerd zijn over met name de laatste twee onderwerpen speelden de normen en waarden van de deel nemers een grote rol. Dat is geen ramp. Integendeel, het maakt het vak zo boeiend. Want normaal gesproken bestrijden historici eikaars mening met argumenten. Het oude beeld van het Zeeuvee en Drentse verleden. De ontwikkelingen die hierbo ven geschetst zijn, zijn gro tendeels aan Zeeland voorbij gegaan. Slechts heel weinig is doorgesijpeld tot het niveau van de amateur-historici. Begrijpelijk, want over het geheel genomen zijn het rede lijk ingewikkelde technieken die historici gebruiken en een vrij grote kennis van de inter nationale literatuur is een vereiste. Hierboven is betoogd dat het beeld van de Neder landse geschiedenis van wat mythologische trekjes ontdaan is. De kooplieden uit de Gou den Eeuw worden niet meer ge zien als "onverschrokken man nen van stavast". Eén van de Jongste loten aan de stam van ontmythologiserende studies is het a| genoemde werk van Biele man. Dit werk is een les voor land bouwkundigen zo schreef Van Berkel in de NRC van 3 november 1987. Te vaak wordt er door landbouwkundigen vanuit gegaan dat de zogenoemde "traditione le" of "primitieve" landbouw. dat beeld bestaat ook voor de landbouw in ontwikkelingslan den, niet aan veranderingen onderhevig is. Bieleman heeft aangetoond, dat het traditi onele beeld van de Drentse landbouw onjuist is. Dit beeld was dat de Drentse landbouw eeuwenlang op dezelfde manier bedreven werd: gericht op zelf voorziening zonder al te veel contact met de buitenwereld. De dorpsgemeenschap werd in dit traditionele beeld gezien als een gesloten sociale organisa tie. Hoewel de bedrijfsvoering op de Zeeuwse klei totaal an ders was dan op de Drentse zandgronden, boeren maakten bijvoorbeeld veel meer gebruik van seizoenarbeiders, zijn er toch opmerkelijke overeenkom sten in het traditionele beeld van het leven op het Drentse en Zeeuwse platteland. Ook uit Zeeland kennen we de opmerking dat de landbouw vroeger nauwe lijks aan verandering onderhe vig was. Meertens schetst een beeld van de conservatieve Zeeuwse boer, die pas na 1900 gedwongen werd door het veran derde getij zijn bakens te ver zetten. Onder het trefwoord Kleder dracht wordt in de Encyclopedie van Zeeland het leven op het platteland omschreven als geï soleerd en sterk gereguleerd door de normen en waarden van een hechte dorpsgemeenschap. Een bekend beeld dunkt me. Hoewel dergelijke beelden wel op iets berusten is het beeld van een conservatieve gesloten samenleving in wezen a- histo risch. In zo'n samenleving is verandering niet voorstelbaar: de geslotenheid zou invloeden uit de buitenwereld tegengehou den hebben en vernieuwingen zouden geen kans gekregen heb ben door het conservatieve ka rakter van deze samenleving. Antropologen, sociologen en 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1988 | | pagina 32