is afgetekendzien we op het onderste dek in het midden een spil,
waarmee het anker werd gehesen.De ankertouwen werden vervolgens
aan de beting.dat is de balk die in het voorschip is aangegeven,
vastgemaaktDe spillen op de dekken daarboven werden voor andere
zware karweien gebruiktzoals het hijsen van de zware ra's.
We zien op de tekening ook nog een stel scheepspompen en geheel
achter de stuurinrichting met de kolderstok,zoals die tot de invoe
ring van het stuurwiel omstreeks 1710 overal in gebruik was.
Nog enkele korte opmerkingen over het tuig.Voor grote schepen in de
17de eeuw was het driemasttuig het meest courante.Naast de 3 hoofd-
masten,stond er op de boegspriet nog een kleine mast,de blinde steng
genaamd,die in de 18de eeuw zou verdwijnenIn de 16de eeuw hadden
veel grote schepen nog een vierde mast op het achterschip.de zoge
naamde bonaventura-mastmaar schepen met meer dan 3 masten komen na
1620 tot in de 19de eeuw niet meer voor.Bij de achterste mast.de
bezaansmastvalt de bezaansroede op,de langeschuine ra waaraan het
driehoekig bezaanzeil hangt.In de 2de helft van de 18de eeuw werd
deze roede gaandeweg vervangen door een gaffel,die half zo lang was.
U heeft zich nu enig idee kunnen vormen hoe een Zeeuws oorlogs
schip er rond 1700 heeft uitgezienVerschilde dit nu in belangrijke
mate van de schepen van de andere Nederlandse gewesten?
Voor zover wij hebben kunnen achterhalen,is dat niet het geval.
De William Rex stelt een typisch 17de eeuws linieschip voor,zoals
dat overal in Nederland werd gebouwd.Helaas hebben we weinig ander
Zeeuws materiaal ter beschikking.Maar als we de geschiedenis van de
scheepsbouw bij de Admiraliteit van Zeeland bekijken,lijkt er wei
nig aanleiding om te geloven dat er betekenisvolle verschillen met
de rest van Nederland waren.
Het is u allen waarschijnlijk bekend dat Veere de oudste marinebasis
in Nederland was.Na de benoeming van een admiraal ter zee voor alle
Bourgondische gewesten in de 2de helft van de 15de eeuw door
Filips de Goede,bleef dit ambt tot 1558 in handen van de heren van
VeereVlissingen en Westkapelle.Vóór 1540 werd te Veere het artille
riehuis gebouwd,waar de voorraad geschut en andere scheepsbehoeften
voor 's Lands vloot werden opgeslagen.
Men kan in deze tijd echter nog niet van oorlogsscheepsbouw spreken.
Hoewel enkele Noord-Nederlandse steden reeds enige tijd oorlogssche
pen in eigendom haddengebeurde dit op landelijk niveau pas na 1540.
Toch moestenzoals voordien veelvuldig de praktijk was geweest,nog
lang daarna,tot ver in de 17de eeuw.de meeste schepen door de
Admiraliteiten van particulieren gehuurd of gevorderd worden in tijd
van oorlog.Gespecialiseerde oorlogsschepen bestonden in die tijd
dan ook niet: het waren meest voor de strijd tijdelijk ingerichte
gewapende koopvaarders.
Tijdens de 80-jarige oorlog kan men de vloot der opstandige gewes
ten ruwweg in 2 categorieën indelen.Enerzijds waren er '"s Prinsen
14