Stella".Deze werken werden bijzonder populair en had den een grote invloed op de literatuur uit de tijd van Shakespeare. Hoewel hij in eigen land als schrijverdichter politicus en diplomaat,vooral na zijn dood,grote faam kreeg,is hij in de Nederlanden meer bekend door zijn politieke en militaire carrière. Hij werd de eerste gouverneur van Vlissingen,tijdens het pandschap van die stad aan Engeland. Daartoe landde hij op 29 oktober 1585 te Vlissingen met zijn gevolg en nam Vlissingen namens koningin Elisabeth I van Engeland in bezit. Dit pandschap van Vlissingen,met daarnaast Rammekens en Den Briel,aan Engeland was een uiteindelijk gevolg van de afzwering van de toenmalige wettige landsheer, Philips II,door de Staten-Generaal. Deze afzwering werd vastgelegd in de Acte var Verlatinge in 1581. Daarin werd vastgesteld dat het volk er niet is ten behoeve van de vorst,maar dat de vorst tot taak heeft zijn onderdanen te beschermen en hun vrijheden te bewaren. Gebeurde dit niet,dan hadden de lagere overheden,de Staten,het recht om de vorst de gehoorzaamheid op te zeggen. Dit verzetsrecht der lagere magistraten was door Calvijn al gepredikt. In elk gewest waren de Staten de baas.Alle gewesten gezamenlijk vergaderden over bepaalde zaken via de Staten-Generaal.Met andere woorden,er was sprake van een soort Statenbond met als hoogste souverein de landsheer.Toen die weggevallen was ging men op zoek naar een "plaatsvervanger" die tevens kon helpen in de strijd tegen Spanje. Allereerst kwam men bij Frans van Anjou,broer van de Franse koning.Men hoopte via hem hulp te krijgen van Frankrijk in de strijd tegen Spanje.Dit mislukte. Vervolgens vatte men het plan op om Willem van Oranje bepaalde volmachten te geven,doch hij werd vermoord. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1986 | | pagina 46