MEDEDELINGEN ZEEUWSCHE VEREENIGING VOOR DIALECTONDERZOEK ALGEMEEN 19 oktober is voor heel wat leden van onze vereniging weer een feestelijke dag geworden.Op het secretariaat kwamen daarna de meest enthousiaste betuigingen binnen,van "Wat è'k toch genote!" tot 'tWas net êên groóte femielje op de DialectdagDe sfeer werd algemeen geprezen,èn de orga nisatie, en dat de Commissaris van de Koningin en Mevrouw Boertien zoveel echte belangstelling toonden en tot ver in de middag bleven. Deze keer is het een buiten de provincie wonende Zeeuw(Arnhemden heer P.Wondergem,afkomstig van Waarde,die in dit nummer van Nehalennia ver slag uitbrengt en zijn persoonlijke indrukken weergeeft. Voor Uw secretaresse en haar medeauteur,dhr.J.A.van Gilst,was het een ware opluchting,dat het boek "Dialect op Zuid-Beveland precies op tijd klaar was,en dat het er met de illustraties van dhr.B.Oele zo goed ver zorgd uitziet.Er is enorm veel werk verzet,ook door anderen,en het was verheugenddat de paarden,die de haver verdienden,de heren J.van 'tVeer, G.J.Lepoeter,M.J.Geuze en het echtpaar Walrave-Nijssen eens extra in het zonnetje gezet konden worden,evenals de secretaresse-assistentes,de dames S.Vrolijk en W.de Rooy,die steeds maar trouw blijven helpen bij het note ren van de resultaten van het dialectonderzoek. Op deze dialectdag brachten de nog niet eerder bij ons opgetreden heren G.J.Lepoeter,C.Poortvliet en A.Leijdekkers,ieder op eigen wijze,in eigen dialect,voor ons onbekende verhalen en een enkel vers,waarop we later terug hopen te komen,als we de beloofde copie op het secretariaat ont vangen hebben.Intussen wordt elk jaar opnieuw,niet weinig bijgedragen tot het welslagen van de dialectdag door de Zuid-Bevelandse troubadour Engel Reinhoudt met zijn unieke en vaak toepasselijke liedjes en de West-Zeeuws-Vlaamse mevrouw E.Schippers-LeBleu met haar perfecte voor dracht van één van de kostelijke verhalen van Prof. Van Houte. Hun trouwe medewerking op dit niveau,is voor de vereniging van bijzon dere waarde. SPELLETJES Dhr.P.J.Langeraad(Dsr) schrijftKaplekiet was bij ons Bok-bok (bokke is bukken).Inplaats van kapmes enz. werden vingers opgestoken. De vraag was dan "Bok-bok oevee viengers steek ik op?". Werd dit goed geraden,dan moest de op de bok zittende speler zich aan sluiten bij de eerste bok.De spelregels waren verder gelijk aan het kaplekiet. Een variatie op lepelkapmesschaere of schie zond mevr,G.Verberkmoes (Zsg).Wij zongen vroeger: 'Akmes,lepel,bril of schaor,'oogen 'oed of stinksigaorVerder waren de spelregels dezelfde. Negenstekke(n) was een spel op een bord met 9 witte en 9 zwarte knopen, waarbij z.g. molens werden gemaakt. Wie kent het? Verder schrijft dhr.Van Langeraad 'Aesje over(haasje over) werd vroeger veel gespeeld.Kop in je zak werd geroepen als de jongen,die gebukt, stond zijn hoofd te hoog hield. Behalve 'aesje over was er een daarvan afgeleid spelvoor-voor Er werden twee strepen getrokken op ongeveer twee meter van elkaar. Door aftellen werd de bok aangewezen.De grootste jongen was in de regel de leider.Hij gaf aan,welke sprong er gemaakt moest worden.Werd Werd er een foute sprong gemaakt,dan was men h't bokje en werd de andere bok afgelost.Na iedere ronde moest de bok een voet verder en 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 36