jaar moeilijkheden met de pachter van het gemaal (belastinginner Een jaar later verbood de magistraat de invoer van boekweitmeelDoor onbekendheid met dit verbod bracht Marinus Spoorgrutter te St-Maartensdijkkort na de afkondiging toch boekweit in de stad. Verder vernemen we hier niets meer over. Bovengenoemde Christiaan werd in 1661 poorter van Tholen en opgenomen in het Kramersgilde Later blijkt dat zijn grutterij met de rosmolen in de Oudelandsestraat stond.(Tweede huis ten westen van de Regentessestraat)In 1697 had hij hem reeds verkocht aan Adriaan Verburgh voor 216134Spoedig nadien kwam de grutterij weer in andere handen en in 1701 verkocht de weduwe van Dirk de Mageron de grutmolen met toebehoren aan Nicolaes van Haemstede. Via familiebanden werd de molen later eigendom van Pieter van Eyke.Zijn erfgenamen verkochten de grut terij met molen,winkel,stal,het grutterspaard(molen- paard) tuigtoonbankbakken,maten,graanzakken,zeven en ander gereedschap in 1749 voor 716.13.4 aan Pieter de Korte.Gezien de veel hogere opbrengst zal de grutterij in het begin van de 18de eeuw aanzien lijk zijn uitgebreid.Vermoedelijk is toen het nog bestaande graanpakhuis aan de Regentessestraat gebouwd Uit de boedelinventaris van Pieter van Eyke blijkt dat de grutter en zijn vrouw met een deel der bezit tingen tijdens het beleg van Bergen op Zoom door de Fransen in 1747 naar Middelburg waren gevlucht, waar hij zes maanden op een kamer verbleef. Zijn vrouw werd in deze tijd in Vlissingen begraven. Later zijn Daniël Marcelis en Anthony Kotvis,de laatste van 1789 - 1791,er grutter. Nadien verkocht landbouwer Hendrik van Gorsel(en) de grutter ij,die hij vermoedelijk nog enige jaren heeft verhuurd.Rond 1810 zal het bedrijf teniet zijn gegaan.Bij de invoering van het kadaster in 1832 is er nog alleen sprake van een huis en erf (sectie F 331)

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 23