Grote Markt,de schuur daarachter en de oliemolen
naast de schuur voor 387.7.4 aan Joannes Grouws
en Adriaen van Neurdinghe..
Een boedelstaat vermeldt nog dat er plat- en rond-
zaad in voorraad was,dus lijn- of vlaszaad en kool
zaad,9^ aam raapolie(300 liter),58 stoop(116 liter),
lijnzaadolie5 zakken platzaad "om te slaan" 1000
lijnzaad- en raapkoeken.
De drie molens waren ongetwijfeld rosmolenswaarop
koolzaad en lijnzaad van olie werden ontdaan.
(De eerste windoliemolen moet in 1573 te Alkmaar
zijn gebouwd).Dit geschiedde in een koldergang,
bestaande uit een grote stenen plaat waarop twee
kantstenen(vertikale molenstenen) rond een aange
dreven as wentelden en het oliehoudende zaad plet
ten.Dit geplette zaad werd hierna op een vuister
(fornuis) verhit en in een slagpers,die ook door
het paard werd aangedreven,uitgeperst.
Het uitgeperste residu,de lijnkoekwerd voor vee
voeder gebruikt.De olie gebruikte men onder meer
voor verlichtingsdoeleinden.
Aert den Olieslager van Bergen op zoom dankt onge
twijfeld zijn naam aan dit oliepersen.
Hij werd in 1561/62 poorter van Tholen.
MOUTMOLENS
Het kohier van de 1/100 penning van 1624 vermeldt
een bierbrouwerij van Jacob Jacobs aan de Hoog
straat in de nabijheid van het stadhuis,waarbij
een schuur en rosmolens stonden.Ongetwijfeld werden
deze molens gebruikt om de in water gekiemde en
daarna gedroogde mout te malen.Dit gebeurde ook op
de stadsmolens.Tholen kende tot de Franse tijd
bierbrouwerijen.
In de 18de eeuw stonden deze aan de Dalemsestraat
en aan de Visstraat bij de haven.
DE BOEKWEITMOLENS
17