"Steenstraat" naar Poortvliet gesticht.Van beide stoven is slechts één rekening bewaard gebleven, n.l. die van 1663 van de Buitenstoof. Deze vermeldt dat Klement Adryaans Dye met zijn paar den 50410 pond meekrap met de molen had gebroken, waarvoor hij 37.16 ontving.Hiernaast kreeg hij nog loon voor het smeren met reuzel en het vegen van de molen.Hij vervoerde ook turf van de haven naar de stoof en een aantal malen meekrap. Naast de drijver werden dat jaar ook een stamper, een droger en onderman aangenomen.Ook zij kregen loon voor het vegen van de molen,vermoedelijk ter voorkoming van brand.Dat jaar was deze stoof van 1 oktober tot 16 december in bedrijf. De rosmolen werd in 1863 vervangen door een stoom machine.Ook deze stoof werd rond 1875 buiten ge bruik gesteld en in 1888 verkocht. Eerst in 1972 is zij afgebroken om plaats te maken voor de experimentele woningen aan de Ten Ankerweg. Te Tholen waren deze bedrijven in handen van een aantal portionarissen (8) die ieder een aandeel in de onderneming hadden.Het bedrijf was seizoengebon den en gaf in de 19de eeuw werk aan ca. 8 mannen en vrouwen. OLIEMOLENS Het kohier van de l/100ste penning op de huizen en schuren (belasting) van 1581 vermeldt een tweetal oliemolens in de stad.Het huis van Frans Resen "mette oliemole" aan de Hoogstraat was toen echter onbewoonbaar.Vermoedelijk hadden de woelige eerste jaren van de Tachtigjarige Oorlog deze molen teniet doen gaan. In hetzelfde kohier wordt ook een oliemolen van Jan van Oorts in het Koningsstraatje vermeld. (Thans staan hier de bejaardenflats aan de Kaai) Een derde oliemolen wordt in 1662 genoemd. Pieter Menne verkocht dat jaar zijn huis aan de 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 18