voor hij 1*5 maand de tijd kreeg.De bagger moest
"in het Verbrande" worden gestort.Vermoedelijk lag
dit terrein tussen de Verbrandestraat en de wind
molen bij de OudelandsepoortHelaas ontbreken in
het gemeentearchief de bestekken van deze werken,
zodat er maar weinig van de molen zelf is te zeggen.
In 1791 werd een bestek gemaakt voor een afsluitbare
duiker om de oude heul tussen de zoute vest en het
molenwater te vervangen.De nieuwe stenen duiker
moest 4 voet breed en 5 voet hoog worden.
VERKOOP
Het gaande werk van de watermolen werd tegelijk met
de windmolen in 1806 verkocht.De stad hield het ge
bouw echter in eigendom en verhuurde het voor 4
per jaar aan de molenaar.Het koopcontract stelde
o.m. als voorwaarde dat de koper,zovaak als werd
bevolenmoest spuien om de haven op diepte te houden.
De stad kon echter in verband met de slechte finan
ciële toestand het herstel van de molenkom en sluis
niet garanderen.Bovendien was de spuisluis Rijks
eigendom.Dit laatste veranderde echter in 1814,
toen de stad na de opheffing van de vesting de
beschikking kreeg over alle militaire werken.
DE SLOOP
Hoe lang de watermolen in de 19de eeuw nog heeft
gedraaid,is niet bekend.In 1820 was deze reeds ge
heel en al onbruikbaar.De toenmalige eigenaar van de
windmolen bleef het gebouw echter huren.Of hij dit
van de gemeente moest of deed om concurrentie van
een tweede molen te voorkomen,is niet duidelijk.
Na de verlegging van de haven naar de zoute veste en
de demping van de oude haven in 1826 was het defini
tief onmogelijk de watermolen te gebruiken.
De huurpenningen werden echter t/m 1828 betaald.
De begroting van 1829 vermeld dat de huur in verband
met het verleggen van de haven "niet wel gevorderd"
10