decentralisatiede provincie de grootste subsidiënt zal gaan wordenHoewel het een stichting blijft is er bijna sprake van een "provinciaal museum", daarmee de tweede in Nederland.(Het andere kan men in Drenthe vinden) Terwijl dus voor 1960 het Zeeuwsch Genootschap met het beleid m.b.t. het eigen museum bepaalde en de provincie nauwelijks aandacht had voor de musea is 25 jaar later de provincie de motor geworden van een nieuw museumbeleid. De provincie heeft,mijns inziens gelukkig,een scheiding kunnen maken in de verantwoordelijkheid naar de collectie toe en de taken van het Zeeuws Museum als instelling Naar de collectie toe,met name met betrekking tot het verzamelbeleid,wordt in de nota weinig con creets gezegd.Het hoofduitgangspunt is dat in het museum"nieuwe stijl";twee typen collecties onder gebracht moeten gaan worden,een cultuur- en een natuurhistorische De collectie en de activiteiten van het Zeeuws Biologisch museum moeten dan ook op gaan in het "nieuwe" Zeeuws Museum. Het blijft onduidelijk waar de provincie,de prioriteiten in het verzamel- en presentatiebe- leid wil leggen.Geeft men de voorkeur aan opge zette dieren of het geologisch verleden van Zeeland;werpt Zeeland zich ook op hedendaagse kunstkunstnijverheidvolkskunst of wordt het (ook) een museum van Zeeuwse geschiedenis? De nota laat deze vraag geheel open.Men heeft de uit te breiden staf opdracht gegeven om in afzienbare tijd tot een visie en meerjarenplan te komen.Men heeft gelukkig de directie de kans en de vrijheid een deel van het beleid te bepalen. Dit beleid kan de provincie dan toetsen aan haar eigen randvoorwaarden.Het lijkt mij beangstigend 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 24