Prins ook duidelijk op Holland en Zeeland als tweede ressort.De Unie met Holland was eigenlijk een Unie tussen Holland en de Walcherse steden,want Goes en Tholen bevonden zich in de jaren 1575/76 nog aan de zijde van de koning terwijl Zierikzee midden in het beleg zat.Het is dan ook evident dat de Unie met Holland meer het werk van de Prins was,dan dat hier mee een politiek ideaal van de Zeeuwen in vervulling ging.Immers in gezamenlijke vergaderingen zouden de Hollandse steden steeds de overhand hebben,en voor deze was de naderhand bepleitte 1-1 stemverhouding weer niet acceptabel.De aanwezigheid van gedeputeerden over en weer in de bestuurlijke colleges werd als on gemakkelijk ervaren: niets bleef zo geheim en de gedeputeerden konden ook de besluitvorming beïnvloeden bijvoorbeeld in de gevoelige kwesties van binnenlandse doorvoerheffingen.We zien Zeeland na 1578 dan ook gaarne op de aanvankelijke schreden terugkomen. Bij de vaststelling van de instructie voor het college van Gecommitteerde Raden op 22 mei 1587 wordt bepaald dat de Hollandse gedeputeerden niet het presidium kunnen voeren en slechts kunnen meepraten over gemeen schappelijke zaken. 4) Ook de invloed van de Prins wordt voorzichtig terugge drongen.De gouverneur zal slechts toegang hebben tot de vergadering van het college,voor zover het zijn gouvernement of de oorlog raakt. Wel is er een vaste plaats vanwege de graaf van Buren als eerste edele,maar het recht van adveu dat de Prins in het aanvankelijke bestel had,raakt hiermee op de achtergrond Zeeland stemde ook van harte in met de Unie van Utrecht. Hierdoor werd de oude Unie ten dele ondervangen en de voorschriften waren minder knellend.Bij deze gelegen heid,als bij vele andere voerde het vernederende Middelburg hevige obstructiezoals de gedeputeerden de Prins moesten aandienen 'het voornemen van die van Middelburch dat sij hun soecken te substraheren uyt deser Unie onder pretext van hun privilegiën,ende want 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 39