Daarnaast waren er de Staten van het Prinsgezinde deel van Zeelandbestaande uit de Walcherse steden en Zierikzee,die besluiten namen onder adveu van Prins Willem van Oranje. Inmiddels was Requesens benoemd tot opvolger van Alva, wiens strenge en ontactische optreden de opstand eer der had bevorderd dan de rust hersteld.Requesens stond voor de taak de verloren posities te herwinnen. Zijn taktiek was er op gericht een scheiding tussen Holland en Zeeland teweeg te brengen door de verovering van Schouwen-Duiveland.Hiermee zou tevens de verbinding vanuit Antwerpen met de zee hersteld zijn.In september 1575 werd deze onderneming ter hand genomen.Troepen onder Mondragon doorwaadden het Zijpe en wisten een groot deel van Schouwen te bezetten.De Prins deed uiter aard al het mogelijke om de vijand te verhinderen dit strategische voordeel te behalen.Hij had al tevoren aangedrongen op versterking van Brouwershaven en Bommenede,en deed nu zijn uiterste best de bevolking van Zierikzee voor zich te behouden en zo de weifelende magistraat te neutraliseren.Omdat de propaganda zo'n wezenlijk element in het optreden van de Prins is, citeer ik u graag enige passages uit een brief,die hij in oktober 1575 aan de bevolking liet richten. 3) Hij begint met het uitspreken van zijn droefheid dat sommige ontrouwe en eerloze mensen tegen hun eer en eed trachten stad en lande in een eeuwige ellende en slavernij van de Spanjaarden te brengen en heeft tot zijn leedwezen vernomen dat ook onder de burgerij een dergelijke flauwhartigheid en slapheid wordt gevonden. Hij beklaagt zich dat hij zo ondankbaar wordt bejegend, waar hij nooit anders gezocht heeft dan het welvaren van het verdrukte vader landzelfs met opoffering van goed en bloed.Hij wijst hen op eer en eed,eigen wel zijn en welvaart.Ziet men dan niet hoe doortrapt de Spanjaarden zijn?Wat een fraaie beloften doen zij niet,maar hun doel is om u tot 'slaven en voetsletten' te maken en stad en lande ten prooi te laten vallen aan roof en bederf.Men zal het u eeuwig verwijten 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 34