De virtuositeit van Mandelgreen en zijn vermogen om aan ongebruikelijke oplossingen gestalte te geven worden ook bewezen door een set gesigneerde en 1747 gedateerde banden in het penningkabinet van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel.15) De tien folianten omvatten Gerard van Loon's Hedendaaqsche penningkundes Gravenhage,1734,diens Beschrijving der Nederlandsche historipenningen (ibid., 1723-1731)diens Aloude Hollandsche histori (ibid., 1734) en Frans van Mieris' Histori der Nederlandsche vorsten (ibid., 1732-1735). Alle ruggen en platten van deze rood marokijnen ban den zijn gelijk uitgevoerd,met dien verstande dat op de voorplatten het wapen van 'D.TULLEKEN.GEB.15 DEC. 1719' staat en op de achterplatten dat van 'A.J. VAN SANTEN.GEB. 4 MAART 1721'.De wapens zijn niet alleen in goud gestempeld,maar ook beschilderd,wat in de Nederlandse achttiende eeuw een redelijke bijzonder heid genoemd mag worden.De luxe van de banden blijkt niet alleen uit de uitvoerige goudstempeling en de genoemde schildering,maar ook uit een kader van groene satijn dat in elk plat ingelegd is,terwijl de schutbladen binnenin de boeken met dezelfde satijn bekleed zijn - uit ons land in deze tijd zijn mij hiervan geen parallellen bekend.Maar het meest op merkelijk zijn wel de sneden van de banden,die lig gend boven elkaar geborgen zijn en moesten worden met de sneden naar de beschouwer toe.Behalve hun vergulding en hun snede-titeling zijn ze voorzien van rijke en gevarieerde schilderingen van een overwegend allegorisch karakter. Alsof dit al nog niet bijzonder genoeg was heeft Mandelgreen banden van een kader met een tekst voorzien die,over alle platten doorloopt,van voor naar achterplat en weer naar voorplat,etc. Ik haal hem in zijn geheel uit de Brusselse cata logus 15)van 1931 aan: "Aan den weledelen gestrengen en grootagtbaaren 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1984 | | pagina 13