demie van Beeldende Kunsten te Amsterdam was
voltooid?
D. Al eerder werkte ik zelfstandig;de laatste twee
jaar aan de Academie had ik een eigen atelier.
In die tijd kreeg ik al opdrachten voor portretten.
Ik was de enigste van mijn jaargenoten die belang
stelling had voor het portretschilderen.
K. De twee sporen die u steeds gevolgd hebt zijn dus
het landschapschilderen en de portretkunst.
D. Ja,het was bijzonder prettig die twee categorieën
steeds af te wisselen.
K. Hoe kwam u er zo toe na de oorlog naar Zuid Afrika
te gaan?
D. Het was een zekere drang naar avontuur om Neder
land te verlaten.De oorlog was voorbij;je kreeg
om zo te zeggen jeuk in je voeten.Ik wou wel eens
wat van de wereld zien en kon het me permitteren
omdat ik wat geld had overgespaard.Waar kun je dan
heen?Een vriend in Den Haag opperde om naar Zuid-
Afrika te gaan,hij kon daar voor referenties zor
gen.Toen heb ik dat gedaan en dan blijf je er hangen.
K. U bent toch regelmatig terug geweest in Nederland?
D. Ja,na 2h jaar,in augustus 1950 was ik in staat een
reis naar Nederland te maken.Ik kon toen tentoon
stellingen over Zuid Afrika in Nederland organise
ren,daar was toen belangstelling voorIn die tijd
werd ik ook door mijn broer,die architect was,
uitgenodigd in Instanbul aan een project mee te
werken.Daar leerde ik mijn vrouw kennen.Zij was
afkomstig uit Ierland en gaf les op een Engelse
school te Instanbul.Haar vader had een tijd in
Kaapstad gewoond,zodat zij er ook wel voor voelde
naar Zuid Afrika te gaan.
K. In 1978 kwam u defenitief terug?
D. Ja,in 1977 was mijn vrouw in Westenschouwen ge
weest.Het bleek toen noodzakelijk het huis te
restaureren omdat het anders spoedig tot een
ruïne zou vervallen.We zijn toen in 1978 terugge
keerd.
13