GROEIENDE BELANGSTELLING VOOR HET DIALECT OP FLAKKEE
door
DKSoldaat-Poortvliet
Dat ik schrijf Flakkee komt,omdat Goeree en Ouddorp een zo afwijkend
dialect hebben,dat ik niet kan oordelen over dat deel van ons Eiland,
't Is dus geen "discriminatie" zoals dat tegenwoordig heet,maar een
voudig een feit van mijn onbekendheid in Goeree.
Dat de belangstelling groeit merk ik op uit de vele aanvragen die mij
bereiken om iets te vertellen over het dialectVerenigingen vragen mij,
niet alleen iets voor te lezen uit mijn werk,maar vooral om te praten
over uitdrukkingen,ontstaan van veranderingen in de streektaal e.d..
Zo was ik enige tijd geleden in Stad a/h Haringvliet op een school
waar die week een "Flakkeese week" gehouden werd.Met veel stelligheid
had het hoofd van de school mij verzocht als expert in de dialect
kunde van Flakkee.Nou,dat ben ik niet.maar toch kon ik met plezier er
heen gaan.
Eerst in klasse 1 en 2.Wat zal je nu deze kinderen vertellen?
Ik vroeg ze eerst wie geen Flakkees sprak.Daarop kwamen al verschillen
de antwoorden o.a.:"mijn vader en moeder niet,ik wel" en het omgekeerde
vader en moeder spreken samen dialect,maar het kind moet ABN spreken
in huis.Ik heb hen toen gezegd,dat de huistaal en de schooltaal ver
schilden,maar dat zij ze beiden moeten kunnen spreken en vooral goed
spreken.Ik heb hun duidelijk gemaakt,dat als ze de huistaal spreken,
andere mensen niet weten wat ze zeggen.Uit het boek Kinderversjes en
volksliederen uit Zeeland heb ik ze een paar versjes geleerd,die ze
vol enthousiasme meezongen,vooral omdat er in voorkwam: "De jongers
draege broekendaer gae ze de meisjes mee zoeken"
In klas 3 en 4 was de belangstelling zeer groot.Heel veel vragen werden
gesteld over het feit,waarom hier Flakkees gesproken werd.Daarbij kwam
de aardrijkskunde te pas.Ook vragen hoe je Flakkees schrijft.Ik heb ze
toen enige tekens aangegeven b.v. leeg mooi oa in hoag e.d.
Ze vonden het maar moeilijk.Ze vertelden zelf ook,van wat hun opa en
oma zeiden,en fam. uit Zeeland.Tenslotte wilden ze nog een Flakkees
verhaaltje horen.
In de 5 en 6e klas was de belangstelling weer anders gericht.
Vooral het technisch gedeelte van de schrijverij kwam aan de beurt.
Of je een boek schreef of typte en waarom je schreef en of je die ver
halen en gedichten dan wel echt zelf gemaakt had.Dat schijnt voor velen
een vraag te zijn.Ook volwassenen vragen mij,of ik die verhalen en
gedichten nu wel echt zelf maak.En of alles wel echt de waarheid is.
Al met al een mooie middag.Ik zou degenen die voor zo'n middag op
school iets voelen,willen uitnodigen het zelf eens te proberen.
Kinderen zijn een heerlijk object,zij willen zo graag alles weten.
Ook voor ouderen is het interessantVooral het feit,dat veel woorden
in onbruik komen,intrigeert hen.Ze gaan allemaal aan het puzzelen hoe
hun ouders en grootouders het zeiden.'t Gekke was,dat sommigen(door
hun werk of verandering van woonplaatser waren in deze verg. veel
Zeeuwen bij) blij waren naar iets in hun dialect te kunnen luisteren
en er vooral iets over te horen.
Op bijeenkomsten van bejaarden is het verwonderlijk met hoeveel ent
housiasme ze mij woorden opgeven en met mij in debat gaan,als ik het
niet goed zeg,of als de uitdrukking in hun eigen dorpstaai anders
klinkt
't Is fijn zo bij te kunnen dragen aan het levend houden van onze
streektalen.
34