Oudelande eh Dirk van Farowé uit Nieuwerker om er een paar te noemen. Is het daarbij niet zo,dat zij hun knechten en meiden meetrokken over de afscheidingsdrempel? Het hemd is immers nader dan de rok? Zou de Afscheiding in Zeeland niet een kwestie zijn geweest van religie en maatschappij? Zoals hierboven al is vermeld,vonden de eerste afscheidingen in 1835 plaatsHetaantal was gering. Het was het wachten op impulsen van een leider. Dat werd Huibert Jacobus Budding,predikant te Bekerke of BiggekerkeIn 1834 werd hij aldaar beves tigd in de Hervormde Gemeente door Ds. Fijnebuik te Zoutelande,die later ook in afgescheiden kring te recht kwam.Zijn wegbereider was zijn voorganger, Ds. Van Rhee,een engel op de preekstoel en een dui vel in huis,aldus zijn vrouw.Ook Van Rhee kwam in afgescheiden kring terecht,doch werd daar uit het ambt ontzet wegens beschuldigingen van homofilie. Budding werd de onvermoeibare promotor van de Afscheiding.Overal stichtte hij afgescheiden gemeen ten,preekte in burgermans woning en boerenschuur of desnoods in het open veld. Hij liep proces-verbaal na verbaal op wegens onge oorloofde godsdienstuitoefening.De afgescheidenen handelden namelijk tegen het Algemeen Reglement en werden deswege door de koning,die volmaakte rust wilde op "zijn" kerkelijk erf vervolgd. In 1837 werd hij door alle Zeeuwse afgescheiden gemeenten beroepen tot predikant op een tractement van 800,per jaar.Hij nam het aan,doch hij bleek te zeer een indiviualist om voor de jonge gemeente, die het veelal aan doorgewinterde bestuurders ont brak,een samenbindend element te zijn. Net zo min als men er op landelijk niveau in slaagde de eenheid te bewaren - al lagen daar de geschillen op een heel ander nivo - slaagde men er in Zeeland in. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1984 | | pagina 6