Slechts een klein deel is zichtbaar,en men kon nog niet vaststellen om welk deel van het schip het hier gaat. Helaas heeft de onenigheid tussen de Nederlandse en Engelse deelnemers aan het project sinds vorig jaar een schaduw geworpen over de ondernemingmet name sinds over deze kwestie een rapport van het Rijks museum verscheen. Oorzaak van deze strubbelingen zijn in wezen de uit eenlopende visies van de Nederlandse onderzoekers en Engelse organisatie.Eerstgenoemde is het er vooral om te doen informatie te vergaren en alles in onder ling verband te documenteren. In Groot-Brittannië is de archeologie echter veel meer een particuliere aangelegenheid,met alle consequenties van dien. Ieder kan zich als "archeologisch manager" opwerpen en archeologen op contractbasis inhuren;zij kunnen naar believen worden ontslagen.In deze opzet is de basis meer zakelijk en wordt aan de vondsten meer economisch belang toegekend. Naast deze botsing van de verschillende archoloqische instelling en mentaliteit ontstond een conflictsitu atie door de(als gevolg van verkeerde informatie)- te uitbundige publiciteit rondom de vondst van de geldkist.De Nederlandse Staat voelde zich verplicht hierop te reageren.VOC-eigendommen ressorteren onder de Dienst Domeinen van het Ministerie van Financiën. Het Ministerie van WVC ziet het wrak terecht als een historisch monument,zodat deze publiciteit het reeds bestaande interdepartementale meningsverschil ver scherpte Samenvattend kan dus worden gesteld dat de expeditie naar het wrak van de VOC-vaarder 't Vliegent Hart, aanvankelijk vooral als een archeologisch en histo- rich onderzoek bedoeld,steeds meer verandert in een conglomeraat van discussies en competentiekwesties tussen de diverse instanties,organisaties en parti- 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1984 | | pagina 15