midden is,maar ook taalkundig.Ik heb dat allemaal uitvoerig uiteengezet in het ZLM-blad en heb weinig zin om dat te gaan herhalen.Of er nu aan de ran den van Zeeland streektalen voorkomen(op Tholen sporadisch Brabants,in Zeeuwsch-Vlaanderen Oostvlaams enz.)is niet van belang.Of het Zeeuws zich mis schien ook uitstrekt via het Westvlaams tot in Frans-Vlaanderen is eveneens van later zorg.Ik ben in die streken goed bekend en durft gerust te stellen, dat de verschillen met wat in Zeeland gesproken wordt vrij groot zijn. Dat het Zeeuws dichter bij de aldaar gesproken streektalen staat dan het Frans of Oostvlaams is de oorzaak van de herkenning die De Vin suggereert. Als men daar t.z.t. meedoet aan de vorming van een Zeeuwse kuituurtaai zullen wij dat allemaal nader bezien.Het is in elk geval beslist geen hin dernis voor het eerste begin! De Vin wil mij ertoe verleiden,een discussie op te zetten over de vraag,of Antoon Coolen,Den Dré,Van Duinkerken,A.M.de Jong plus de velen die genoemd worden in de Bibliografie der dialecten van Nederlandechte literatuur schiepen.Ik ga er gewoon niet op in,omdat ook dit niet ter zake doet! Wij hebben er niets aan,als wij in het Zeeuws literatuur willen scheppen. Dan moeten wij n.l. allereerst kijken naar ons eigen taalmateriaal en wat daar mee gedaan kan worden.De rest is bijzaak. Geen alternatief Als studentje van 22 jaar publiceerde ik in 1950 mijn "Het Zeeuwse Volks raadsel" nadat ik vijf jaar lang materiaal daarvoor verzameld had d.w.z. uit de volksmond opgetekend.De stapels materiaal die ik bezat konden uiteraard niet in een populair werk weergegeven worden en dus stond ik ze af aan de toenmalige Volkskundecie te Amsterdam.Dat is nu 33 jaar gele den en nog nooit is er één mens in gedoken!In het ZLM-blad schreef ik:- Als dit aan het groene hout van een verzameling humoristische teksten, rijmen en raadsels geschiedt,wat zal dan aan het dorre hout van de lemmata ener steeds verder uitbreidende dialectwoordenverzameling gebeuren?- Op dat punt is nooit kritiek gekomen en dat kan ook niet.Het verzamelen van steeds méér woordjes en uitdrukkingen met steeds méér varianten van deels totaal verouderde zaken in een tot in het oneindige uitgesplitst dialect is een doodlopende weg!Het is nu al een elitaire bezigheid voor liefhebbers.En zo is het internationaalOok in de andere Europese landen is de tijd voorbij.dat men ermee volstond km-lange archieven vol te stouwen met woordjes.gezegden enz. in dialect,elk met reeksen varianten,zonder dat daar verder ooit iets mee gedaan wordt!0 zeker,af en toe duikt er eens iemand in die wat materiaal zoekt voor een dissertatie of werkstuk. Maar dit gebeurt steeds minder en zal onder invloed van de taalsociologie (die ander onderzoek eist) steeds verder terug lopen.Dat weet ieder. Er is een andere weg: schrijven in de streektaal!- 0 maar,- zegt De Vin,- dat gebeurt al.- Ja,dat weet iedereenHaar de vraag is: moet het schrij ven in de streektaal uiteenvallen in tien tot twaalf brokjes? In het ZLM-blad heb ik (ter wille van de duidelijkheid) onderscheid ge maakt tussen het Zuidbevelands als kerndialect en de overige streektalen als randdialecten.Ook heb ik er op gewezen.dat er niets op tegen is dat men spreekt,schrijft en drukt in randdialectHet is dan ook niet eerlijk mij steeds weer het tegenovergestelde in de schoenen te schuiven Dat gebeurt dan onder het motto "M'n un eihen taele,frank in vrie". Van harte gelukgewenst daarmee,meneer De Vin en dat u er nog maar lang van genieten mag.Maar wij willen wat anders en wat méér. Wanneer in het Zeeuws literaire vertalingen (Reinaard) en Bijbelvertalin gen (van wie ook!) verschijnen,dan zijn dat kentekenen van een zich ont wikkelende kuituurtaaiEn vrijwel elke kuituurtaai is ontstaandoordat 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 43