andere gegevens.Ten eerste de inhoud,welke religieus
was en zeer direkt geïnspireerd door de bijbel,zon
der deze letterlijk te volgen.De toon was sterk mora
liserend en wees in de richting van een zg. "leerdicht".
Verder waren taal en schriftbeeld niet nader te da
teren dan vijftiende eeuws.Er werd geen foliering aan
getroffen,maar we troffen wel twee titels van hoofd
stukken aan met hun nummering.De belangrijkste aan
wijzing omtrent herkomst van het dichtwerk troffen
we aan in hfst. 38 versregel 88-89: "Dat ic dichte
deze selve lesse,Al t' Antwerpen in die stat".
De meest in aanmerking komende auteur van het rijm
werd hiermee de uit Antwerpen afkomstige Jan van
Boendale (1279-1350)secretaris van dezelfde stad.
Van Boendale was de schrijver van "Die Brabantsche
Yeesten",een berijmde kroniek over de hertogen van
Brabant én van "Der Leken Spieghel"een uitgebreid
dichtwerk van 21.818 verzen over godsdienst,zeden
leer en kerkgeschiedenis.Men beschouwd dit werk
als het belangrijkste Middelnederlandse leerdicht. 5)
Na vergelijking tussen de uitgave van de komplete
"Der Leken Spieghel" en het fragment gevonden in
het Rijksarchief bleek het afkomstig uit het le
boek van dit rijmwerkbeginnende bij hfdst. 37 re
gel 108 en eindigend bij hfdst.39 regel 173.6)In deze
drie hoofdstukken behandelde Van Boendale zaken als ge
hoorzaamheid,de periodisering van de wereldgeschie
denis en de voorgeschiedenis van de kerk.Deze zaken
werden door hem toegelicht met tal van bijbelse
voorbeelden. 7)
Er valt alleen naar te gissen hoe het fragment in
Zeeland terecht gekomen is.Het werk kende in ieder
geval al tijdens de middeleeuwen een tamelijk grote
verspreiding in de Nederlanden. 8)
Een niet geheel onwaarschijnlijke redenering is deze:
het nu teruggevonden fragment maakte deel uit van
een codex toebehorende aan een Zeeuwse (klooster)-
3