ARCHEOLOGISCH NIEUWS
VONDSTBERICHT OVER HET BRONZEN BEELDJE UIT DOMBURG
(1731)
door
W.J.de Boone
Onderstaand bericht van Domburgs baljuw,Zeger van
Dijcke,bevindt zich in het archief van Domburg; 1)
een fotokopie daarvan werd mij toegestuurd door de
heer A.J.de Broekert,oud-gemeentesecretaris,waar
voor mijn hartelijke dank! - De oorspronkelijke
spelling is gehandhaafdinterpunctie en lukraak
gebruik van hoofdletters werden iets genormaliseerd:
ook zijn voor een beter begrip,enkele woorden of
woorddelen aangevuld,die dan tussen haakjes staan.
De inhoud luidt als volgt: 2)
"lek ondergeschreve,Balliu,Secretaris en Strantmees-
ter der Stadt en Hoogheerlijc-heyt van Domburgh,
verklare ter requisitie op verzoek) van de
Erffgen(amen) van wijlent den WelEd.Gestr.Heerden
Heer Mr.Anthonij Pieter van Dishoeck,Heer van
Outhysen en Domburg,etc. etc. etc. etc.,waeragtigst
te sijn,dat in de maent september 1731 is geschiet,
dat verscheyde persoonen op het strant waeren,smelt
(vis) stekende met schoppen en spa(d)en,onder ande
re drie seer digtbij,daer den tempel van de Nehalennia
heeft gestaen (waervan doe ter tijt nogh voorname
gedenksteenen dagelijcks bij laeg water waren te sien)
onder welcke drie was eenen wijlen Anthonij den
Clanderwoon(ende) binnen dese stad, (en deze) heeft
uijt 't sant opgesteken een metale beeldetje,hebbende
een munt off andre specie verbeeldende in de hant,
ter lengte van 5 a 6 duijm.Sijnde aldaer doen
toen) mede present eenige particuliere luyden,
die waren komen speelrijden,die het gemelde beeldetje
van hem cogten en daarvoor aen hem gaven een zeeuw-
schen rixdaelderDander twee personen,die met hem
waren,daer geen part van willende geven,ben(nen)
15