latere rekeningen.Aangenomen mag worden dat hij der halve tussen 1500 en 1505 overleden is. Gelet op het bovenstaande mogen wij stellen dat de opmerking van Schoute over de "vreemde figuur" door de gegevens uit de rekeningen weersproken wordt. NOTEN 1.D.Schoute,De levensloop van een ziekenhuis in: Archief Zeeuwsch Gen.,1916, blz. 137 e.v. 2.Rijksarchief in Zeeland (RAZ)Archieven der Godshuizen, inv. nr. 42 (reg. nr. 367-1496 april 15). 3.Het archief van de heerlijkheid Buttinge en Zand- voort,aanwezig op het Rijksarchief in Zeeland, gaat slechts terug tot 1523 en kan derhalve geen aanvullende informatie geven. 4.RAZ, Arch. Godshuizen, inv. nr. 519 (reg. nr. 341 - 1486 juni 18) 5.RAZ, Arch. Godshuizen, inv. nr. 46 (reg. nr. 422 - 1510 dec. 4) 6.Zie voor de verdeling van de opbrengsten van deze collecten: C.de Waard,De archieven berustende onder het bestuur der Godshuizen te Middelburg, Inventaris van de oude archieven, 1343 - 1812, bewerkt door Middelburg 1907, blz. 17. 7.De Waard, a.w., inv. nrs.61 - 65, 78, 79. 8.A.A.FokkerOnder zoek naar den aard van de epide mische en contagieuse ziekten,die vroeger in Zeeland geheerscht hebben,Middelburg1860blz13 9.RAZ, Arch. Godshuizen, inv. nr. 652 (reg. nr. 356 - 1493 sept. 25) 10.RAZ, Arch. Godshuizen, inv. nr. 652 (reg. nr. 364 - 1495 mrt. 9) 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 16