ZÓ krijgen Jan de Smit en zijn vrouw ook vuur en licht geleverd door het Gasthuisterwij 1 dit arti kel niet in de overeenkomst met Jan van de Bottinge vermeld wordt.De eerstgenoemden betaalden echter ook meer voor hun intrede: naast bedragen in geld,name lijk 25 pond Vlaams direct,35 pond VI. in vijf jaar en 12 pond bij het overlijden van Lysbeth zou het Gasthuis na overlijden van de langstlevende ook nog de eigendom van twee huizen in Arnemuiden krijgen. Als we nu de overeenkomst van 1496 nagaan dan zien we dat de volgende afspraken tussen het Gasthuis en Jan van de Bottinge gemaakt worden. Ten eerste,Jan draagt aan het Gasthuis de hier eerder genoemde gronden overbenevens de goederen binnen Zeeland die hem in de toekomst nog zouden toevallen (b.v. door een erfenis) en zijn inkomen. Ten tweede,hij mag zijn beroep,"plattijnmaker iemand die muilen,pantoffels,deels van leer vervaar digt,soms ook gebruikt voor klompenmaker) alleen binnen het gasthuis uitoefenen. Vervolgens wordt bepaald dat Jan aanwezig moet zijn bij de missen ("aflaten"),die gelezen worden voor de arme zielen en het begraven van lijken en de daaraan verbonden collecten. 6) Hierna volgt de bepalingwaaruit blijkt dat Jan de functie van "hofmeester" krijgt: de gasthuismeesters dragen aan hem de sleutels (van de provisiekast) over en belasten hem met de zorg voor de hout-,turf- en kaarsenvoorraden en de etenswaren.Hij moet bij con flicten tussen de dienstbodenen inwoners van het Gasthuis onverwij ldin 't secrete",de gasthuismees ters waarschuwen. Tenslotte,indien hem dat belieft,mag hij ook helpen op de uithof,bij het verweiden van beesten,het ver werken van stro en mag hij de markt bezoeken.Hij is niet verplicht om de zieken te helpen,hoewel men wel 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 12