Over de afkomst van Jan van Bottinge is ons weinig bekend,evenmin als over zijn geboorteplaats. Zijn naam wijst in de richting van Buttinge,onderdeel van de heerlijkheid Buttinge en Zandvoort. 3) Daar blijken ook zijn bezittingen te liggen.In 1486 draagt,voor het schepengerecht van Buttinge Gillis Machielszoon.parochiaan in "St.Mariënkerke" aan zijn broer Jan Machielsz. land over in de heerlijk heid Buttinge.Dit is het land dat later aan het gasthuis geschonken zal worden. 4) INTREDE Zoals hierboven vermeld,sluit Jan Michielszoon van de Bottinge in 1496 een overeenkomst met de gasthuis- meesters.Hij schenkt het Gasthuis van St.Barbara twee gemeten land in de heerlijkheid Buttinge. In ruil daarvoor belooft het Gasthuis hem op te nemen en te verzorgen,men neemt hem als het ware in pension.Door deze overeenkomst wordt Jan Michielsz. provenier van het Middelburgse GasthuisDeze wijze van ouderdomsvoorziening was in de middeleeuwen tamelijk gewoon.In de archieven van het Gasthuis komen wij vaker dergelijke overeenkomsten tegen. In 1510 bijvoorbeeld sluiten de gasthuismeesters een dergelijke overeenkomst met het echtpaar Jan Jansz. de Smit en Lysbeth Woutersdochterpoor ters van Middelburg. 5)Deze Jan de Smit (beroeps naam) zullen we ook nog enige malen in de gasthuis rekeningen tegenkomen.In dit artikel willen wij echter alleen de persoon van Jan van de Bottinge nader belichten. DE OVEREENKOMST VAN 1496 IN DETAIL Wat houdt nu een dergelijke overeenkomst in het einde van de vijftiende eeuw in? Vooropgesteld zij dat het,hoewel veel van dergelijke overeenkomsten voorkomen,geenzins standaardkontrakten zijn. De voorwaarden voor opneming hingen nu eenmaal sa men met de materiële welstand van de aanstaande proveniers) 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 11