NAAR AANLEIDING VAN EEN JUBILEUM
In april 1932 begon dr.Ghijsen haar inleiding te Gent voor
een gezelschap filogen,letterkundigen en dialectkundigen al
dus; "Het is mij,als secretaresse van de Zeeuwsche Vereeni-
ging voor Dialectonderzoek een groote eer en genoegen,U iets
omtrent het dialectonderzoek in Zeeland te mogen mededelen.
Bijna zou ik zeggen,de eer is te groot voor onze,nog zoo
jonge en bescheiden Vereeniging,maar het stelt mij gerust,
dat in ieder geval het Zeeuwsch dialect waarvoor zij werkt,
oud en belangrijk genoeg is".
En zij vervolgt; "Het is dan ongeveer vier jaar geleden,dat
door eenige Zeeuwsche heeren het denkbeeld werd geopperd tot
oprichting van een Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonder
zoek,en de eerste belangstellenden zich hierbij aansloten.
Na reorganisatie en uitbreiding van het ledental kon in het
voorjaar van 1929 met het uitgeven van dialectlijsten worden
begonnen"
De officiële datum van oprichting is 13 april 1929,maar een
jaar eerder is er inderdaad al een vereniging.In haar auto
biografische aantekeningen zegt zij er dit van: "Enige jonge
lui,die met meer élan dan kennis van zaken de Zeeuwsche Ver
eeniging voor Dialectonderzoek hadden opgericht,kwamen er
met de heer Kooiman en mij over praten.Ik had er wel oren na
iets op poten te zetten,juist omdat daar de schoen wrong wat
mijn Zeeuwse teksten betrof,waar ik toen midden in zat".
Over dat laatste straks nader.
Allereerst de vraag waarom er in 1928 behoefte is aan een
vereniging die zich bezig moet houden met de Zeeuwse dialec-
ten?Is de oprichting van de vereniging slechts een feit op
zich zelf?We vinden een antwoord in het tijdschrift "Ons
Zeeland,geïllustreerd weekblad onder Hoofdredactie van
Antoine van den Berg.Tevens Officieel Orgaan voor de Zeeuwsch
Vereenigingen in Nederland".Aan dit blad werkt in 1928 mee
Leo van Breen,een jonge man,die zich enige tijd later als
dichter zal manifesteren.Hij was een van de jongeren die met
meer élan dan met kennis van zaken de vereeniging hadden op
gericht. In een wat opgeschroefd artikel in "Ons Zeeland"van
8 september 1928 schrijft hij onder de titel "De kracht der
Zeeuwen" het volgende."Ik heb hier 't oog op verschillende
3