Vóór het kerstreces werden de gedeputeerden geïnstrueerd:"daerop te insisteren dat de te nomineeren geboren Hollanders sijn".(72) In de instructie van 26 november 1630 adviseerde de vroedschap echter dat, indien de Statenvergadering hiertoe niet was over te halen,"...aen (te) houden dat het persoonen zijn die binnen de geünieerde provinciën gebooren sijn." De vroedschap begreep kennelijk ook wel dat haar zienswijze weinig kans zou maken gezien het besluit dat de Statenvergadering op dit punt reeds had genomen. Dit standpunt was aanmerkelijk minder star dan dat welke de gedeputeerden in de vergadering van januari moesten innemen. "Belangende d'electie van een Raed Pensionaris" zo luidde de instructie, "uytte drie genomineerden onder dewelcke d'eene een gebooren Zeeuwe is worden de gedeputeerden gelast te blyven staen en geensints weycken van't Privilegi bij keyser Karei desen lande gegeven"(73). Aangenomen dat de houding van Zeeland voor sommige steden het werkelijke struikelblok was, dan bleef nog de mogelijkheid met dit gewest in overleg te treden over de gewraakte resolutie, alvorens tot de pensionarisverkiezing over te gaan. Bereidheid tot overleg op dit punt was bij Zeeland wel aanwezig; nauwelijks twee maanden nadat de hollandse Raadpensionaris was gekozen besloot Zeeland de resolutie inzake de afkomst van de raadpensionaris in te trekken, mits Holland hetzelfde deed, Holland verklaarde hiermee akkoord te gaan. Merkwaardig hoe na de verkiezing in april dit geschilpunt zo snel er, geruisloos uit de weg kon worden geruimd. Van minstens even groot belang als de argumenten die tegen Cats' kandidatuur worden aangevoerd, is het te weten welke steden deze argumenten gebruiken. Uit Stellingwerfs aantekeningen, zowel van 21 december 1630 als van 22 januari 1631, blijken dit in de eerste plaats Amsterdam, Dordrecht, Rotterdam en Delft te zijn, terwijl ook Alkmaar en Hoorn zich bij deze steden aansluiten. Krachtige steun ontvangt Cats van de steden Haarlem en Leiden. De gewilligheid waarmee Cats de vergadering verlaat als er beraadslaagd wordt over de pensionarisverkiezing, hangt waarschijnlijk samen met de wetenschap dat Gillis de Clarges, zijn grootste medestander, als pensionaris van Haarlem de leiding van de vergadering overneemt. Dat eerstgenoemde groep steden in deze zaak eikaars partij kiezen, kan nauwelijks op toeval berusten, als men ziet dat deze steden voortdurend in eikaars gezelschap verkeren wat stellingname betreft in politieke en religieuze zaken. In 1629 waren Amsterdam en Rotterdam het meest tot een bestand geneigd (74) en voorstanders van troepenafdanking. Samen met Dordrecht en Delft treden deze steden het meest op de voorgrond bij het verzet tegen een alliantie met Frankrijk en bij het bevorderen van een bestand in de volgende jaren(75). Wat betreft de kerkelijke zaken trachtten deze steden die maatregelen te voorkomen die al te zeer in het nadeel van de Remonstranten waren. Van het "Proiekt" dat Cats had ingediend kwam door tegenwerking van deze steden niets terecht, evenmin als van een speciale synode die de handelwijze van Amsterdam tegen ds.Smout moest veroordelen.(76). Van deze steden stemden Dordrecht, Delft en Rotterdam op de Remonstrant van de Honaert(77), terwijl laatstgenoemde van Amsterdam na Pauw de meeste steun kreeg(78). Haarlem en Leiden waren de meest Contra-Remonstrantse steden in Holland. Zij steunen het "Proiekt" van Cats alsmede het bijeenroepen van een speciale synode aangaande de zaak Smout. Samen met Alkmaar en Gouda tonen zij hun verontwaardiging over de aanwezigheid van Hugo de Groot, die in 1631 voor een korte tijd naar Holland terugkeerde.(79) De maanden december 1630 en janauri 1631, waarin het beraad over de te verkiezen Raadpensionaris plaatsvond, gaven tevens een groeiende invloed van de trêvesgezinde steden te zien.(80) De Spaanse koning trachtte de invloed van Karei I, met wie hij in november 1630 vrede had gesloten, aan te wenden om de Republiek tot een bestand te bewegen(81). Dit wekte in Frankrijk een zo grote verontrusting dat Richelieu eind december 1630 een buitengewoon gezant naar Den Haag stuurde met een bedrag van 30.000 livres op 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1978 | | pagina 75