(41), van Cats als politicus verwachtten zij weinig, hetgeen zou blijken bij de pensionarisverkiezing (42). In een andere controversiële kwestie, die van oorlog of bestand, bleek Cats het standpunt van de prins te volgen. Wanneer in december 1629 en nogmaals in december 1630 in de Staten van Holland de roep om vrede sterker wordt, en de Statenvergadering zeer tegen de zin van de stadhouder troepen wil gaan afdanken, stelt Cats zich in zijn rede op het standpunt van de prins, zonder de overwegingen van de vredesgezinde steden in zijn betoog op te nemen.(43) Cats vreesde de vijand die, versterkt uit een bestand te voorschijn tredend, de door twisten verzwakte republiek zou overmeesteren.(44) Hiermee bleek Cats de inzichten van de anti-trevisten te delen. II DE VERKIEZING VAN DE RAADPENSIONARIS. Blijkens de Resoluties van de Staten van Holland en West-Friesland had de verkiezing van een Raadpensionaris het volgende verloop. Reeds in december 1629 werd een kommissie uit de Statenvergadering belast met het vaststellen van de Instructie voor de te verkiezen Raadpensionaris Het zou echter tot december 1630 duren alvorens deze Instructie werd goedgekeurd. Wat de inhoud van de Instructie aangaat, het telkens weerkerende punt van discussie bleek artikel 21 te zijn, het artikel dat de bevoegdheden van de Raadpensionaris op het punt van de buitenlandse correspondentie omschreef. Vergeleken met de Instructie van Duyck, de vorige Raadpensionaris, bleek dit artikel een wijziging te hebben ondergaan.(45) In hoeverre deze wijziging een verruiming of wel een beperking van bevoegdheden inhield is jammergenoeg niet te achterhalen. Op 6 december 1630 werd evenwel vastgesteld dat het eenentwintigste artikel: "sal blijven 't gene in de Instructie van den voorigen Raedt-pensionaris heeft gestaen, nopende van geen correspondentie te houden met andere princen ende derselven ambassadeurs anders als bij expresse ordre van Hare Ed.Mo."(46) Hiermee werd de wijziging van mei 1630 dus weer ongedaan gemaakt. Wenste het gewest Holland middels haar Raadpensionaris een grotere invloed op de buitenlandse zaken, teneinde een vredespolitiek te effectueren, en was dit artikel daarom zo langdurig in discussie? Wat een grote rol zou spelen bij de komende verkiezing was de vraag die tijdens de vergadering van 5 juni 1630 werd gesteld n.l. of er rekening diende te worden gehouden met het feit dat de Staten van Zeeland hadden besloten slechts een geboren Zeeuw tot Raadpensionaris te kiezen. Het antwoord was ontkennend: men besloot dat: "de Vergaderinge sal worden gelaten in hare vorige vrijheyt."(47) Er werd Cats dus niets in de weg gelegd om naar het ambt te dingen. Tenslotte werd op 10 december 1630 de instructie in zijn geheel goedgekeurd. De volgende dag werd voorgesteld om drie personen te nomineren, om dan nog tijdens dezelfde vergadering uit deze drie de Raadpensionaris te kiezen.(48) Amsterdam echter protesteerde en verklaarde niet dan na overleg met de lastgevers tot de verkiezing over te zullen gaan. Tijdens de bijeenkomst van de Vergadering op 14 december bleek dat Amsterdam zich bleef verzetten tegen de ophanden zijnde nominatie en verkiezing.Merk- waardigerwijze trachtte de stad nu het Statenbesluit van 5 juni, zich niet te zullen storen aan de Zeeuwse gedragswijze, ongedaan te maken. De stad stelde met nadruk dat slechts een geboren Hollander tot dit ambt mocht worden toegelaten. Ondanks dit Amsterdamse verzet bleek de Vergadering niet bereid om op het besluit van 5 juni terug te komen en liet de nominatie plaatsvinden. Nu bleek dat Cats verreweg de meeste stemmen op zich verenigde.(49) Cats hoewel een Zeeuw van geboorte, maakte een goede kans om te worden verkozen. 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1978 | | pagina 71