uitzonderlijk talent om ook de jeugd ten zeerste te boeien. Allerminst is hij voor ons nog de
dichter van formaat, die een nieuw en boeiend type literatuur introduceerde. Een door bijna
niemand meer gelezen blad met woorden is het gedicht van Jan Jacobsz. Schipper.
Literatoren van naam tekenden ons naderhand een geheel tegenovergestelde werkelijkheid,
de wat vreemde werkelijkheid van "het wonder van langdradigheid".
Verdienste van Cats, feit althans, is de omstandigheid dat hij het soms uitermate saaie, soms
nogal turbulente leven van zijn tijd in bijzonder veel opzichten door en door kende en daar
op een niet onverdienstelijke wijze een uit talloze brokstukjes opgebouwd beeld van weet te
geven. Hoe men Cats ook beoordelen mag, de verdienste van "geschiedschrijver van de
mallemolen van het gewone zeventiende eeuwse leven van alledag" blijft. Waar dat leven
raakvlakken met dat van onze tijd blijkt te vertonen is Cats in vrij veel gevallen plotseling
weer interessant en lezenswaardig.
Het is het geval bij algemene klachten over de jeugd, die nergens meer voor deugt en bij het
behandelen van moeilijkheden bij het leren, waar we Cats leren kennen als een man met een
warm hart en een diep psychologisch inzicht. Het lijkt of men meer een stem uit het heden
dan uit het verleden verneemt, wanneer men leest dat als de jonkheid niet deugt men de
schuld daarvan niet moet geven aan de jeugd: de vadeF zelf, die geen betere lessen gaf,
verdient de straf. Verantwoordelijk zijn vooral de ouders.(134) Een practische toepassing
van de theorie, dat de takken bijna steeds naar de stam zullen aarden, is de raad voor
opgeschoten jongens, die vrijen om niet zozeer op de vrijster als wel op de moeder te letten.
Uiteindelijk blijkt men niet met de moeder, maar wel met iemand, die als twee druppels
water op de moeder lijkt getrouwd te zijn.( 135)
"Dofheid aan het brein en domheid in de geest" en geen resultaten wat betreft studie treft
men op scholen, waar een harde tucht heerst en met droeve slagen en vrees kennis in het
hoofd gerammeid wordt.(136 Dwang veroorzaakt alleen maar hartgrondige afkeer en hekel
aan leren.
Wat vreemde talen betreft raadt Cats aan om alle boeken op te ruimen. Een school is al
evenmin van nut. Van de kinderen van de Walen, die thuis en op straat zonder hulp van een
leermeester perfect twee talen leren spreken, valt veel te leren. Kleine kinderen brachten hen
de tweede taal bij. Bewijs en voorbeeld van de stelling dat bovengenoemd systeem heel goed
te verwezenlijken is zijn de kinderen van de Secretaris van de Raad van State, Christiaan
Huygens. In een ongedwongen spel met hun vader werden zij met zand als 'lesmateriaal" de
schrijfkunst machtig en leerden zij met de knopen van hun wambuis het notenschrift. Altijd
mochten zij spelen, maar steeds waren zij, evenals de kinderen van de Walen, aan het leren,
ook moeilijke vreemde talen.(137) Voor Cats was het een "soete vont" om zo enkel maar
door spel de jeugd te onderwijzen. Overbelast werden de kinderen van Huygens nooit. Groot
is Cats' waardering daarvoor.
Geheel en al onbegrijpelijk is het respect van Jan Jacobsz. Schipper voor Jacob Cats niet.
Ook nu nog valt wel iets aan te voelen van de bijzondere plaats, die de dichter in menig
zeventiende eeuws huisgezin innam. Niet ten onrechte is de bijnaam "Vader" aan hem
gegeven. In veel opzichten mag die naam, ook in onze tijd, tevens nog een erenaam heten.
Waard om vergeten of enkel maar bespot te worden is Cats niet. Het recht op een geheel
eigen plaats in de geschiedenis, waarbij de langdradigheid niet verzwegen hoeft te worden,
mag "Vader Cats" in het herdenkingsjaar 1977 naar ons oordeel niet ontzegd worden. Hoe
men ook over hem denken mag hij blijft ook in de ogen van de felste critici toch min of meer
een "wonder", dat verklaard moet worden.
62