bovenlaag interesseren hoe langer hoe meer ook anderen. In het proces van de vorming van
een min of meer algemene visie op mens en maatschappij neemt Cats zowel voor als na zijn
dood een belangrijke plaats in, wat zeker een niet geringe verdienste en prestatie is.
Kracht van Cats is zonder tw ijfel zijn instelling de dingen niet mooier voor te stellen dan zij
zijn. Weinig vleiend is zijn opmerking dat de meeste tijdgenoten zich het liefst ophouden bij
de huizen van de groten om zich met beleefd gedrag, flikflooien en strelen in de gunst te
dringen om alle vriendschap meteen te vergeten, wanneer de machtige zijn macht verloren
heeft en niets meer bieden kan.(126) Realistisch, maar niet zonder medeleven heet het dat
wie ongelukkig is ook eenzaam wordt, wie hij ook mag zijn. Macht, pracht en luister van wat
ongelukkige opererende prinsen beletten Cats niet om deze hooggeplaatste personages
nogal ordinair met een lompe zeug te vergelijken en vast te stellen dat de slechte hoop, het
volk mag boeten en lijden voor hun domme misslagen.(l 27) Het varken zelf blijft buiten
schot. Open en onbevooroordeeld geeft Cats zijn commentaar. Zijn uitgangspunt, de
beschrijving van concrete situaties zonder enige opsmuk, is steeds reëel en aanvaardbaar.
Verwonderlijk is Cats' populariteit ook buiten de kring van de regenten niet.
Sterk punt van Cats is tevens zijn piëtisme met typisch middeleeuwse trekjes als een hang
naar contemplatie, grote waardering voor vasten en een devoot leven in de zin van Thomas a
Kempis.f 12b)
f.nig/ins zonderling, echt "Catsiaans" mag het zijn om in een kerk, die jongens als
speelterrein hebben uitgekozen niet zoals een ander droog te lachen om de verbeten
pogingen van een jongen om zijn tol of kloot onder een nog op rollen staande grafzerk
vandaan te krijgen.maar in diep gepeins te verzinken of in alle ernst aan een uurwerkmaker
te vragen of hij in zijn mooie winkel ook een klok heeft waarvan de wijzer laat zien op welk
uur van de dag men geen uur meer leven mag, ongevoelig waren de tijdgenoten voor de soms
wat eigenaardige opmerkingen over dood en eeuwig leven, waar hij vaak over spreekt,
niet.( 129) Verschil in de wijze van dichten is er waarschijnlijk slechts de oorzaak van dat
Cats wat deze poëzie betreft niet in één adem met Feith wordt genoemd. Historisch bezien
lijkt Cats er recht op te hebben.
Moeilijk te beoordelen is de kwestie in hoeverre in gezinnen, die in rouwgedompeld werden
rekening gehouden werd met Cats' ideeën over al te hevige emotionele reacties, te veel
pracht en praal bij de begrafenis en de maatschappelijke en sociale gevolgen van een
overlijden.(130)
Factor bij het mede bepalen van min of meer gangbare opvattingen zijn, naar het voorkomt,
wel Cats' opvattingen over godsdienst en godsdienstigheid in meer algemene zin.
Merkwaardig daarbij is hoe een stuk als "Joseph" dat de jeugd inzicht in kwesties van
hartstocht en eerbaarheid moest geven, door iemand als Jan Jacobsz. Schipper als zeer
levendig wordt afgeschilderd. Vernietigend toch zijn literaire critieken uit later tijd als
"wonder van langdradigheid".(131) Weggevallen is de spanning tussen de practijk van het
rauwe, losbandige en sexueel ongebonden gedrag van voorname, rijke jongelui en de
christelijke leer in deze, waardoor een dergelijk stuk uitermate leesbaar werd.
Indruk van de emoties op dit terrein biedt het leven van Cats. Een koude schrik vaart hem
door al de leden, wanneer hij zich zijn studententijd herinnert.(132) Als door een wonder
lijkt hij uit een Sodom en Gomorra ontkomen te zijn. Uitgaande van de veronderstelling dat
de maatschappij ten tijde van de studiejaren van Vader Cats verre van vroom was, zou men
kunnen zeggen dat de dichter inzake de zich wijzigende opvattingen over sexuële moraal
een niet te onderschatten aandeel gehad moet hebben.
Juist moet de opmerking van Cats' uitgever zijn dat ook de godsdienstige poëzie door
iedereen met grote interesse gelezen werd.
Het tot nu toe meegedeelde raakt uitsluitend het verleden. Zinvol komt het echter voor om
aan het eind van deze beschouwingen de vraag te stellen of de man, die het opvoeden het
belangrijkste werk vond dat iemand op aarde kan doen, ook voor onze tijd nog bruikbare
adviezen gegeven heeft.(133)
Irreëel is voor ons in menig opzicht de realiteit van de zeventiende eeuw. De maatschappelij
ke positie maakt Cats voor ons geen man van gewicht. Nog minder is hij voor ons een hoog
gewaardeerd geleerde inzake gezinsaangelegenheden of een schrijver met een
61