maar Cats verwijt het zijn oudere tijdgenoten niet. De langdurige oorlog met Spanje maakte hen rap, heldhaftig en "wat rau". Er is bewondering, ook voor hun oorlogspoëzie. Rotsvast gelooft Cats echter dat een heroiek tijdvak is afgelopen en dat ook de Zeeuwen een meer beschaafde en vreugdevoller maatschappij te wachten staat. Het "wonen in zee" en het overboord slingeren van honderden vijanden is niet meer nodig. De tijd, die Cats voorspelde brak aan. Maar de geestdrift ervoor lijkt later niet groot meer. Door heel Cats' oeuvre treft men de wonderlijke, bijzonder nuchtere trek van het van stonde af aan beamen van de - ook in die tijd vreemde - "gelukwens" voor hem als bruidegom in 1605 dat hij en zijn vrouw "te samen oudt en leelick" mochten worden.(6) Hollands rijkdom en beschaving, waar Cats rijkelijk in deelde, hebben bij hem iets tragisch. De strekking van het uitvoerige gedicht over de kinderspelen, die telkens herhaald wordt, laat van het hiervoor genoemde ideaal van het bouwen aan een betere wereld nog minder over: het hele leven is in feite een kinderspel. "Van geest beroofd" wroet men met het hoofd in nietsnutte aardse zaken, het verhevene en de hemel geheel en al uit het oog verliezend. Au fond is men niet anders dan de jongens, die op hun hoofd staan .(7) Bovenstaande gevoegd bij het verschijnsel dat Cats de eenvoudige zeden van het platteland ver uit prefereert boven de wufte leefregels van de stad, die allen min of meer wel iets te maken hebben met het feit dat men daar de weelde eigenlijk niet goed kan dragen geeft een beeld, dat volstrekt niet meer lijkt te stroken met het droombeeld van 1618(8). De droom bleef echter voortbestaan. De "Gouden Eeuw", die volgens Cats in het tweede decennium van de zeventiende eeuw een aanvang nam, behield - naar wij hopen aan te tonen - ook voor hem in sommige opzichten en vooral met betrekking tot het gezinsleven haar glans. Te ingetogen, te somber en te prozaïsch moet men zich Cats niet voorstellen. Ook hij beleefde na 1618 nog wel vreugde aan zijn tijd. SORGHVLIET. De dromen over haast tastbare mogelijkheden van een nieuwe, betere tijd verwezenlijkte Cats op zijn oude dag. Het lustoord "Sorghvliet", dat op een wat vreemde, zanderige plaats verscheen, was zeker niet de minste van de statige, zeventiende eeuwse buitenplaatsen.(9) Duidelijk tekent zich in de beschrijvingen het met andere rijk geworden burgers gedeelde ideaal af om hier voorzien van alle gemakken van een geriefelijke woning uit de grote stad in Gods vrije natuur een ander mens te worden.(10) Model en voorbeeld voor de lezers zijn ook de vele regels over het huiselijke leven op dit door hem in vele toonaarden zo verheerlijkte buiten. De geraamten en enigzins ijzige symbolen op de titelprent van "Ouderdom, Buitenleven, en Hof-gedachten, op Sorghvliet", die toch vooral heenwijzen naar de naderende dood van de dichter zelf en de ernstige beschouwingen over het komende eeuwige leven mogen de aandacht niet afleiden van het feit dat Ridder Cats de zegeningen van de zeventiende eeuw in stoffelijk opzicht steeds zeer positief waardeerde en daarbij als grijsaard tevens uitvoerig aangaf hoe men in het gezin van deze aardse goederen gebruik moest maken. De schaduw van de dood neemt de realiteit van een alleen voor de rijksten weggelegde, prijzige recreatie, ook bij Cats niet weg.Reëelblijft evenzeer het dankbaar aangrijpen van de kans om zichzelf te herscheppen en een heel ander leven te leiden door te genieten van de rust in een verrukkelijke, landelijke omgeving vlak bij zee en ontspanning te zoeken in goede, geliefde lectuur en lichte, uiterst gezonde werkzaamheden in de open lucht van het buiten "Sorghvliet".(ll) De wereldse vruchten van de "Gouden Eeuw", waar Cats vóór 1618 al een bewonderend oog voor had, waren een hoog goed, al smaakte de dichter hen laat. De welstand en genoegens, die men zich door verstandig beleid en hard werken als tamelijk gewoon burger kon verschaffen in de nieuwe economische aera, horen bij de voorziene vooruitgang.Ook zijn in ouderdom weerspreekt Cats de in zijn "Vrouwe" naar voren gebrachte opvatting niet dat de wonderbaarlijke economische situatie, dat een arm land zich mag baden in de luxe en weelde van de voortreffelijkste producten van de gehele wereld een geschenk van God is, waar men blij mee dient te zijn.(12) Conservatief ten opzichte van de ontwikkelingen op 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1978 | | pagina 53