Beantwoording Bulletin 19- H haokte mutse werd des middags verwisseld voor een zS6a- rêêjo of rêêp.jesmutsegemaakt van wit katoen net een inge weven bloempatroontje. Hierin was een karkasse, (karrekasso, z. W.Z.D. p. 9-10) genaaid. Ook droeg men wel een muts van fabriekskant de zgn boimuenej; (z. W.Z.D. p. 123, waar echter Z.V.W. niet genoemd wordtdie ook wel 's zondags in huis werd gedragen, waarbij dan de kostbare "Sondagse mutse" van echte kant (kioskantvoor de kerkgang werd gereserveerd en voor feestelijke gelegenheden. Voor het opmaken van de Son dagse mutse en de bommenet werd een karkasse ingenaaid. Aansluitend enkele bijzonderheden over de gehaakte muts bij de vrouwendracht elders in Z.V1. en daarbuiten. Mevr. Car rière-Rietmulder, afkomstig uit Ofl., thans te Aardenburg, had gelegenheid inlichtingen te krijgen omtrent de gehaakte muts, in 2e helft 19e eeuw gedragen in omgeving van Öostburg en in L.v.Ax. Wat de vorm betreft, kwam deze overeen met die op Ofl. (Kdh.; Smd.). Opvallend is, dat voor Obg. evenals voor Mdh., Smd. keelbanden worden vermeld, gewoonlijk van. wit katoenen band, ook wel gehaakt in patroon v.d. muts. Haar zegsvrouw uit Axel, (jongere generatie) herinnert zich de gehaakte muts als werkdracht bij arbeidersvrouwen, niet bij de "grote boerinnen". Inzendster spreekt van "gehaakte pijpseltjes" (puupseltjes z. W.Z.D. p. 760) een dubbel gefronst of gehaakt randje a.d. voorkant, en een ruimaangezet gehaakt randje in de nek, ook voor Obg. en L.v.Ax. Behalve op Ofl. zag men de gehaakte morgehmuts voor vrouwen ook op T.; Phi.; Sch/-D. (verg. ook rêêpmusse W.Z.D. p. 772). De gehaakte muts werd ook als slaapmuts gebruikt. Mevr. Verkruysse (Gde.) maakt opmerkzaam op het dragen v.e. zelf gehaakte muts bij de Spakenburgse dracht, beginnend met hetzelfde sterpatroon, maar verder van ander model. Nog even iets over de vorm haokte (Z.V1.) en haekte ('aekte) Sch.-D. Bij de Z.V1. vorm hebben we te doen met een samen trekking van het voorvoegsel ge~ van het verl. dw. bij werk woorden, beginnend met (stomme) h (h)angen, (h)aoken, (h)ouwen (=houden) enz., met de "beginklinker", waarbij e van het voorvoegsel wordt verwaarloosd gangen gehangen;

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1971 | | pagina 7