- 4 - 1966 p. 40 hij is op rondgang, aan de hoemei. Waarschijnlijk geen verband te zoeken met roete Fra. route (weg), maar met reutel W.Z.D. 779 art. reutel 1.praatjes, gebabbel; op de reutel weze(n) op stap gaan, de buurt opgaan voor een praatje. Verg. ook aid. reutelen, ruttelen, rammelen, ratelen, kletsen. blz. 16 nr.46. Benamingen van standaardmolen staende meule bev. d. Kpl.; staokemeul'n i bev. d. Adb.; D'n 'outen meul'n bev. d. 6de.; Adb. blz. 18 nr.61. St Jansplekken in 't erteveld aldus Ha.; St Jansplekken in d'èrten Kpl.; Ier. AantHa.: ver gelende -plekken, waarsch. gevolg v. slechtere (zandi ge) plekken in de grond, verschijnend na St. Jan 24 juni, het heetst v.d. zomer. Aant. Ier.: gevolg van loóperige plekken (verg. W.Z.D. 555 iSopende grond teemachtige grond)St Jansvier in d'erten geg. d. DsrGdeSt Jansvier Adb blz. 25. Op de vraag omtrent het gezegde Ajje de koekoek 'oort, kriege me vast weer geen antwoord. Bijzonderheden omtrent de haokte mutse n.aanl.v. Aant. bij nr. 16 (p. 12) Het onderstaande is een samenvatting van aantekeningen, inge zonden door de dames Kareis, Verkruysse - Herrebout en dhr F.de Meijer, waarvoor hartelijk dankt haokte mutse behoort1 als daagse muts'bij de Cadzandse dracht. Ze werd meest door oudere vrouwen en in de gegoede standen ge dragen. Men haakte de mutsen zelf van heel fijn wit katoen, be ginnend met een "ster" voor het achterhoofd, verdere patroon tjes waren verschillend; aan de voorrand werden enkele rijen "nopjes" ter afwerking gehaakt. Onder de haokte mutse droeg men een kapje van zwart merinos (de stof, waarvan ook de bovenrok (-keus) was gemaakt). Dit was de dracht voor 's morgens onder het werk. Onder arbeidersvrouwen zag men dit niet, daar droeg men alleen het zwarte kapje (tipmutse, z. W.Z.D. p. 981of (de jongere generatie) droeg het haar op een dot, zonder bedek king

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1971 | | pagina 6