- if -
11. MAREEUW,J. Antwoord op de vraage betreffende het muntwezen.
Verhand. Z.G.d.W. IX~(1782), blz. 23-W.
12. MULLER,J.F. Verhandeling over de schadelijkheid der wissel
cours en derzelver waare oorzaken in de provincie van Zee
land.
Middelburg, 1786.
13- ORDRE waer na alle goude en silvere penninghen voortaen
inde provintie van Zeelandt steden en plaetsen daer aen
palende wesende onder tgebiet vander gheunieerden provin-
tien, sullen worden ontfanghen ende uitghegheven op de pene
inder placcate begrepen.
Middelburg, R.Schilders, 1596.
14. PLACCAET van de.staten..van Zeelant, op de valuatie van
de goude ende silvere ghelde binnen Zeelandt.
Middelburgh, R.Schilders, 1585*
15- SASSEN,A. Evaluatie, die in Holland en Zeeland geldend was
op en vóór 27 mei 1330.
Tijdschrift, 1913, blz. 229-
16. --. Rapport van de muntmeester-generaal der Verenigde
Nederlanden aan de Gecommiteerds Raden van Staten van
Zeeland enz. 30 juli 1601
Tijdschrift, 1912, blz. 15^-157.
17- STROOBAHT JANSE,J. De reductie van den Zeeuwsch-Nederland-
schen zilveren ducaat of zoogenaamden Zeeuwschen-rijks-
daalderbeschouwd als eene hoofdoorzaak des vervals en
der niet weder opkomst van den handel in Zeeland.
Middelburg, 18^+3-
18. VERANTWOORDINGHE van de staten van Zeelandt op de publi
catie ende verclaringhe T'antwerpen ghedaen teghen den
dobbelen Zeeuwschen ducaat en de andere specien in dezelve
publicatie vermeld.
Middelburgh, R.Schilders, 1581
19- ZILLESEN,C. Antwoord op de vraage, betreffende het munt
wezen
Verhand. Z.G.d.W., IX (1782), blz. 3-23.