- 30 - VIVolkskunde De volkskunde en het volksleven van Zeeland vertoont een veel minder grote eenheid dan in de andere streken van Neder land het geval is. De oorzaak van deze verscheidenheid is het insulaire karakter van de provincie, waardoor alle eilanden hun eigen zeden en gebruiken konden ontwikkelen. Deze hangen ten nauwste samen met het godsdienstig leven van de bevolking. In streken waar de Katholieken de toon aangaven waren deze geheel anders dan in de reformatorische gebieden. Uit de tijd vóór de Reformatie van de 16de eeuw is weinig overgebleven (het strarijden op Schouwen, het lopen met de koenkelpot op Zuid-Beveland)Deze reformatie heeft alles wat herinnerde aan de katholieke middeleeuwen, ook in de zeden en gebruiken, bestreden, veelal met succes, maar is er niet in geslaagd om alle sporen van het raiddeleeuwse volksgeloof (bijgeloof) uit te roeien (heksengeloofzwarte kunst, poeder van sympathie, nachtmerrie) Aan sagengestalten is Zeeland arm (de meerman van Westen- schouwen), eveneens aan volksverhalen (het Ronde Putje). Iets talrijker zijn de legenden (O.L.Vrouw van VrouwenpolderO.L.- Vr.ouw met de inktpot van Aardenburg) maar deze uitingen van volksgeloof behoren thans voorgoed tot het verleden. Ais volksspelen zijn het ringrijden, het gaaischieten én'het bol- spel nog bekend. Zeeland toont zijn eigen karakter o.a. in de boerenwoningen en de klederdrachten. Vlaamse invloed is er natuurlijk aller eerst in Zeeuws-Vlaanderen, maar ook hier en daar opde eilan den De invloed van het kerkelijk-godsdienstig leven op de volksgebruiken heeft zich opnieuw in de 19de eeuw geopenbaard in die streken waar de Afscheiding van 183^ invloed kreeg, met name op Walcheren. (syllabus samengesteld door drP.J. Meertens voor de cursus 1970).

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1970 | | pagina 42