- 22 -
Oostkerk worden aangemerkt. Met de franse overheersing is ook het tijd
perk van. Middelburgs bloei afgesloten. Ha Napoleon verschijnt nog een
enkele empirégevel in de Noordstraat (39) en op de Dam 21Hiermede
is de bouwkundige ontwikkeling ten einde.
In de tweede helft van de 19e eeuw ontstaan er vooral na het graven
van het kanaal diverse gevels in een neo-renaissance stijl.
De herbouw - na 1940 - van het gehele centrum onder leiding van dhr.
Verhage is een archaïserende stijl (Delftse school).
dit overzicht is samengesteld uit de syllabi van de
heren H. Mooibroek en W. de Zutter)
III. HET LANDSCHAP
Het gebied van de provincie Zeeland is door de eeuwen heen een grens
gebied geweest tussen de invloedsferen van de zee, de rivieren en het
land. Dit is een gevolg van de relatief lage ligging.
Landschappelijk vormde Zeeland vroeger een eenheid met het noordelijke
Deltagebied en ook met het Hollands-Fries-Groningse hafgebied. Door de
aanwezigheid van verschillende riviermonden had. de zee in het Deltage
bied echter een veel betere -gelegenheid om binnen te dringen dan in
het noorden en hierdoor kreeg het De-ltagebied een eigen karakter.
In het westen werd dit gebied begrensd door de Noordzee, met alleen
een smalle duinstrook als scheiding, in het zuiden en oosten door ho
ger gelegen pleistocene gronden en in het noorden en noordoosten door
het nauwelijks door de zee aangetaste Hollands-Utrechtse veengebied
en het rivierenlandschap van Rijn en Maas.
Gedurende de verschillende transgressiefasen kwam het Deltagebied
steeds meer in de invloedssfeer van de zee te liggen. Meer dan duizend
jaar, tot het Deltaplan, hebben de planten en dieren van schorren en
slikken daardoor een bloeiperiode beleefd.-Die van het land en die van
het zoete water werden echter teruggedrongen tot de omringende gebie
den en mogelijk enkele geïsoleerde voorposten. Slechts enkele soorten
hebben het door hun speciale eigenschappen in het Deltagebied zelf kun
nen uithouden. Vanaf het begin van het opdringen van de zee tot op de
huidige dag echter heeft het Deltagebied blootgestaan aan een doorlo
pende invasie van levenskiemen van allerlei organismen. Sporen, zaden,
delen van organismen tot hele planten en dieren toe worden voortdurend
in het gebied aangevoerd, hetzij aktief, hetzij passief.