- 17 - deel 18e eeuw Verschillende vormen van Classicisme en Rococo, tot de ontbinding en ein de van de klassieke vormtraditie rond 1850. (De betrekkingen tot Hoge Renaissance, Barok en Classicisme zijn nog voorwerp van discussie onder kunsthistorici) Uitdrukkelijk wil ik verwijzen naar de systematische bibliografie die achteraan is opgenomen. Deze literatuurlijst kan geïnteresseer den voor een bepaalde periode of onderwerp wellicht hulp bieden voor verdere oriëntatie. BIBLIOGRAFIE ALGEMEEN Dr. E.J. Haslinghuis, Bouwkundige termen, Utrecht 1953. Een uitstekend verklarend woordenboek voor bouwkundige termen voor de westerse architectuurgeschiedenis. GESCHIEDENIS, algemeen. M. van Empel en H. Pieters, Zeeland door de eeuwen heen, Middelburg 1935. M.K.E. Gottschalk, Historische geografie van Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen, deel I en II, Assen 1955 en 1958. BOUWKUNSTalgemeen. Zuidelijke Nederlanden: Stan Leurs/redactieGeschiedenis van de Vlaamse kunst, 2 delen, Antwerpen 1937-1939. Stan Leurs, Geschiedenis der Bouwkunst in Vlaanderen, Antwerpen 1946. Noordelijke Nederlanden: P.A.J. Vermeulen, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse bouw kunst, s-Gravenhage6 dln, 1928-1941. S.J. Fockema Andreae, E.H. ter Kuile en R.C. Hekker, Duizend jaar bouwen in Nederland, 2 dln. Amsterdam 1948 en 1957. Af zonderli jke tij dschriftartikele n Bulletin v. de Kon. Ned. Oudheidk. Bond, (Bull. K.N.O.B.) vanaf 1899. Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, vanaf 1947. PREHISTORIE EN ROMEINSE TIJD J.A. Trimpe Burger, Berichten R.O.B. 1962-1963.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1970 | | pagina 19