- 9 - G(ermanica) P(ia) F(idelis) (de aanhankelijke en getrouwe vloot van Germanië). Bodemkundige gegevens wijzen er op dat bij Domburg een open verbinding naar zee bestond (zie Duinkerke-I-transgressie)Ben derge lijke riviermonding(is ook aangetoond tussen Schouwen en Goedereede. Het Zeeuws-Vlaamse Aardenburg is in de Romeinse tijd mogelijk nog be langrijker geweest dan Domburg, gezien de uitgestrekte cultuurlagen - voor het merendeel daterende uit de periode tussen 170 en 270 n. Chr. - die er voorkomen. Evenals het Belgische Oudenburg heeft Aardenburg mis schien deel uitgemaakt van een kustverdedigingssysteem dat tot doel had, weerstand te bieden aan invallen van Germanen (Chaukische zeerovers) sedert 172-174 n. Chr. en later aan die der Franken en Saksen. In tegen stelling tot Oudenburg, dat in de 4e eeuw nog een belangrijke verster king was, schijnt Aardenburg reeds kort na 270 n. Chr. zijn militaire betekenis te hebben verloren - het zij door militaire oorzaken of door dat het gebied rond Aardenburg minder goed bewoonbaar werd door het op treden van overstromingen (zie Duinkerke-II-transgressie) of door een samenspel van beide oorzaken. Ook uit het overige deel van Zeeland zijn- ruim na het midden van de derde eeuw nauwelijks of geen vondsten uit de Romeinse tijd bekend. Burgerlijke nederzettingen, daterende uit de 1ste tot in de 3e eeuw, voor het merendeel toe te schrijven aan een agrarische bevolking, lagen evenals dit in de Ijzertijd het geval was, voornamelijk in het kustge bied, d.w.z. op het tegenwoordige Walcheren en Schouwen. In Brabers bij Haamstede is een dergelijke nederzetting uitvoerig onderzocht (zie Bra bers). Van Zuid-Beveland, Noord-Beveland en Tholen zijn slechts enkele, zeer lokale vondsten uit de Romeinse tijd bekend., Vermoedelijk woonde men in deze eenzame en moerassige gebieden niet ver van de vroegere beddingen van de Schelde en de Striene of daarin uitmondende riviertjes. Welke volksstam(men) er in het begin van de jaartelling in Zeeland woon de (n), is nog niet geheel bevredigend beantwoord. Er wordt wel gedacht aan de volksstam der t'Ienapii. Verschillende in het Zeeuwse gewest gevonden inheemse aardewerktypen doen inderdaad een nauwe relatie vermoeden met het tegenwoordige West- Vlaanderen. Het betreft hier handgevormd, zachtgebakken inheems aarde werk met eenvoudige versieringen (d.m.v. nagelindrukken of ingekraste lijnen) en het zogenaamde.Vlaams-Romeinse aardewerk dat op een draai schijf is vervaardigd, een hogere baktemperatuur heeft gehad (Romeinse invloeden)maar dat nog gedeeltelijk de oude inheemse versieringsmo tieven vertoont.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1970 | | pagina 11