-11- GRAFSCHILDEHINGEN TE MIDDELBURG In een artikel in het Zeeuws Tijdschrift, no. 5> jrg. ,1964» blz. 157 e.v.handelende over de opgravingen, die dit jaar hebben plaats gehad te Hannekenswerveschrijft de samen steller, dat grafschilderingen in Nederland, behalve in Hannekenswerve, tot nu toe slechts zijn gevonden in Middel burg, Utrecht en Hulst. Vergeten te vermelden zijn Aarden burg, Sluis en St. Anna ter Muiden. De ontdekking van de te'Middelburg gevonden grafschilderingen dateert van het jaar 1747> en had plaats op de Markt, waar vroeger de Westmonster- of St. Maartenkerk had gestaan. Deze kerk bestond reeds in het jaar 1188. In dit jaar gaf Boudewijn II, bisschop van Utrecht, verlof aan de bewoners van Uoogelandeeen kapel te bouwen, do St. Maartenskapel De Westmonster was hiervan de moederkerk.. Drié priesters waren belast met de zielszorg van de parochianen. Voor de kapel te Hoogelandewerd een vierde priester aangesteld, en bovendien een koster. Jacob van Deventer tekent 1550 deze kerk nog op zijn plat tegrond van Middelburg. Kort daarna, tegen het einde van de 16e eeuw, werd zij echter afgebroken wegens bouwvalligheid. Het in 1747 blootgelegde graf was een werkelijke grafkelder, met ingang van natuursteen, verder geheel uit gemetselde baksteen bestaande en van boven afgesloten door een boog vormig gewelf, (volgens tekeningen, aanwezig in het Zeeuws Museum te Middelburg en voor het eerst gepubliceerd in de Annales de la Société d'Archéologie de Bruxelles, t. IV, 1890, door P. Raoux, hoogleraar aan de Academie voor Schone Kunsten te Brugge. Zie ook fotoblad, no. 1) De muur tegenover de ingang is beschilderd met een kruis in rode oker, versierd met onderling verbonden krullen. Op de zijwanden vinden we een monogram, bestaande uit de letters YHSeen zelfde kruis als op de achterwand, de naam MAHIA, weer een kruis en weer de lettercombinatie YHS. De bodem van de kript is geplaveid met witte en zwarte stenen, en het gewelf zelf is beschilderd met 2 grote kruizen, ver sierd met Franse lelies.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1964 | | pagina 21