wim hofman
wim hofman
waren er veel. Overal zoefden ze door
de lucht. Ze zaten achter elkaar aan.
Duikelden als piassen over de grond.
Ze vochten met elkaar, trappelden,
knepen elkaar in hun gele vette buikjes,
ze sprongen en tjirpten en deden gek.
De hele dag en nacht en altijd hetzelfde
liedje.
Mijnheer Gregoor kon er niet meer van
slapen. Hij sloeg naar de beesten, maar
die werden nijdig en kwamen op hem
af. Beesten met steek- en zuigsnuiten,
met angels en haken.
Mijnheer Gregoor werd bang en hij
ging zijn huis uit. Maar de insekten
kwamen achter hem aan om hem te
steken.
Hij deed zijn jas over zijn hoofd en
rende weg, maar ze vlogen allemaal
achter hem aan.
Hij liep door een bos, maar ze kwamen
toch achter hem aan.
Hij liep door de stad, maar ze achter
volgden hem nog.
Hij kroop in de grond en hèhè..., daar
konden ze gelukkig niet komen.
3
9
naar haar been. Dat werd een beetje rood. Danph J
ze in haar broek en zorgde ervoor dat het water /a„Sl
de zere plek liep.
'Waarom doe jij je broek niet uit', vroeg Wim 'ai« J
plast?'
'Dat geeft niks', zei ze. 'Ik ga straks weer het wateri\
en dan spoelt alles gewoon weer schoon.'
'En dan kom je weer tegen een kwal aan....'zei Wim
'Nou, dan vraag ik jou om te plassen,' zei ze, en dan.
doe jij jouw broek maar uit, zo!' Ze sprong op Wim al
en trok aan zijn zwembroek.
(uit Wim)
Net als sommige volwassenen zijn niet alle kindereJ
even tevreden. Een kinderjury waardeerde Wim met
een vijf en oordeelde: 'Wij vinden het geen van allen
een mooi verhaal. (...)Het kan wel echt gebeurd zijn]
Maar dan eerder in een achterbuurt van een grote
stad dan in onze eigen omgeving. Alhoewel ruziënde
ouders ook bij ons voorkomen. Maar wij vinden het
taalgebruik te grof en een blikje wormen koken en
vliegen vleugels uittrekken vinden we sadistisch en
gemeen. De schrijver (Wim) had misschien zelf een
nare jeugd en hij houdt vast niet van grote mensen,
Het is geschikt voor kinderen van 9-11 jaar. Maar wij
zouden het niet aanraden, omdat er te weinig
spanning in zit en wij het gewoon een stom boek
vinden.' (Levende Talen 1977 nr.326, En nu over
jeugdliteratuur, 4(1977) nr.4).
'Met twee kinderen uit die jury heb ik later gesproken
en hen gevraagd wat ik dan zou moeten schrijven.
Het bleken doorwinterde lezers die het boek voor
zichzelf wel goed vonden, maar uit een soort
bezorgdheid het anderen meenden af te moeten
raden.'
moeilijk want al lag er in 1953 dan genoeg
*aSuhmjt je mocht het niet meenemen. Ik moest ook
od tijd thuis zijn en voortdurend de boot
alü/TiiHen bii nieuwsgierige vriendjes, die alsmaar
iïden weten wat ik toch sjouwde. Ik had voor die
ri-e reis zelfs in kaarsvet gedoopte lucifers aan
h ord Ik wou weg, maar niet vanwege thuis of zo,
Slant ik heb een fijne jeugd gehad. Als het me maar
nPlukt was maar alle moeite is voor niets geweest: bij
dood tij ben ik op het eerste paalhoofd gelopen.'
■je slaat ze recht', merkte Pia op. 'Waar heb je ze voor
Tia'9zei ik. 'Spijkers kunnen altijd van pas komen.
■Ga 'je iets timmeren?' vroeg Pia.
'Misschien', zei ik.
■Mag ik het niet weten?' vroeg Pia.
•Misschien', zei ik.
Ze ging naast me zitten op het paadje van koolas en
stukgetrapte mosselschelpen en deed de slippen van
haar lange jas onder haar achterste.
'Misschien', zei ze. 'Hoezo misschien?
'Ik heb nog niet echt een plan', zei ik. 'Daarom.'
'Wat ga je dan doen?' vroeg ze. 'Ga je een kist
timmeren?'
'Nee, geen kist', zei ik.
'Ga je een hut maken?' vroeg Pia. 'Mag ik er dan ook
in?'
'Ik maak geen hut', zei ik.
'Je wilt het mij niet vertellen', zei Pia.
'Misschien niet', zei ik.
(uit Pia en ik, Tien x Toekomst)
of je gaat terug naar dat tehuis. Wil je dat soms?'
Lotje huilde zo, dat ze niet anders dan rare geluiden
kon voortbrengen.
Meneer en mevrouw liepen weg, ze deden het licht
uit. Lotje hoorde mevrouw nog zeggen: 'Het is een
moeilijk kind, waarschijnlijk is dat haar aard....'
Toen viel de slaapkamerdeur dicht.
Die nacht nog liep Lotje weg. Een paar dagen later
werd ze gevonden in de buurt van de spoorweg,
(uit Straf)
In het najaar van 1986 zond de IKON in opdracht van
de Stichting voor het kind en het Comité Kinderpost
zegels URSULA uit, een jeugdfilm waarvoor Wim
Hofman het scenario schreef. In het script onder
vindt een jong meisje thuis zoveel psychische terreur
dat ze wegloopt. Veel fysiek geweld in een film
stoppen is een te gemakkelijke oplossing. Psychi
sche terreur komt veel vaker voor en is eerder een
reden van huis te lopen dan fysiek geweld. Aan
geslagen worden raak je op den duur gewend. Voor
die film is veel research gedaan, de werkelijkheid van
rapporten en opvanghuizen is zo dramatisch dat die
bijna ongeloofwaardig wordt.'
Wie veronderstelt dat Wim Hofman alleen nog
zwartgallige, sombere boeken schrijft, vergist zich.
Zijn humor en verbeeldingskracht zorgen ervoor dat
kinderen ze uitlezen.
'Mijn been doet zeer', zei het meisje. 'Misschien ben
ik geraakt door een kwal.
'Dat zou best eens kunnen', zei Wim. 'Kwallen zitten
er genoeg. En ze kunnen gemeen stralen.'
'Het schrijnt', zei ze. 'Het is net alsof ik door
brandnetels heb gelopen, maar dan erger. Ajasses,
wat doet dat pijn.'
'Je moet erover piesen', zei Wim.
'Watte?' vroeg het meisje verbaasd.
'Je moet er pies over doen', zei Wim, die zijn
schoenen aan zijn natte voeten deed.
Het meisje keek hem ongelovig aan.
'Ja hoor', zei Wim. 'Dat deden wij altijd als we door
een kwal gestraald waren, eerlijk!'
Het meisje bleef even besluiteloos staan. Ze keek
Wim Hofman vindt zichzelf een langzaam schrijver,
maar het lijstje boeken en verhalen van zijn hand is
verbazingwekkend lang en aan plannen voor de
toekomst ontbreekt het hem niet. 'Ik ben bezig mijn
jeugdherinneringen op te schrijven. Dat is leuk om te
doen en ook niet lastig, want ik weet per slot van
rekening nu al precies wat er gaat gebeuren. Het
draait vooral om mijn poging als twaalfjarige jongen
met een vlot van het Vlissingse strand te varen. Dat
BIBLIOGRAFIE/BOEKEN
Welwel, de zeer grote tovenaar. W. van Hoeve, Den Haag
19b9.
Het geheime huwelijk van mijnheer Prikkebeen door R.
Töpffer. Vertaling. Van Hoeve, Amsterdam 1970.
Het eiland Lapje Loem. Van Holkema Warendorf,
Bussum 1972.
Koning Wikkepokluk de merkwaardige zoekt een rijk.
Van Holkema Warendorf, Bussum 1973 f. 19,90.
De mist in. Van holkema Warendorf, Bussum 1975
f. 6,20.
Wim. Van Holkema Warendorf, Bussum 1976 f. 19,90.
Mijnheer Gregoor. Bibliofiele uitgave van De oude
Degel, Eemnes, 1977 f. 4,00.
Het tweede boek over Wim. Van Holkema Warendorf,
Bussum 1978 f. 19,90.
Ansje Vis en Matje Klop. Van Holkema Warendorf,
Bussum 1979 f. 18,90.
Welwel, de zeer grote tovenaar. Van Holkema
Warendorf, Bussum 1979 f. 23,50.
De Stoorworm. Van Holkema Warendorf, Bussum
1980 f. 18,90.
Van a tot z, deel 2. Malmberg, 's Hertogenbosch 1982.
Aap en Beer. Van Holkema Warendorf, Bussum 1983
f. 17,70.
Suusje Olipietz. Werkgroep Kinderboekenweek Mid
delburg, 1984.
Straf. Van Holkema Warendorf, Weesp 1985 f. 19,90.
Zijn of Azijn, een poezievers. Werkgroep Kinder
boekenweek Middelburg. 1985.
Aap en Beer op reis. Uitgave in eigen beheer. Vlissingen
1984 f. 2,50.
Miep en ik. Tekst bij tekeningen van Joost Roelofsz.
Zwijsen, Tilburg 1986 f.8,30.
Zip. Van Holkema Warendorf, Houten 1986 f. 12,50.
Ursula. Slibreeks No 36. Zeeuws Kunstenaarscentrum,
Middelburg 1986 f.4,00.
Waar is Julius? door John Burningham. Vertaling. Van
Hokema Warendorf, Houten 1986 f. 19,90.
VERHALEN IN BUNDELS:
Tien x Verliefd. Van Holkema Warendorf, Weesp 1980
f. 22,80.
Driedubbel. Fanoy Boeken, Middelburg 1982 f. 12,60.
Tien x Gezag. Van Holkema Warendorf, Bussum 1982
f. 21,90.
Lotje en andere verhalen. Nederlandse Onderwijs
Televisie, Hilversum 1983.
Tien x Griezelen. Van Holkema Warendorf, Bussum
1983 f. 20,80.
Tien x Buitenbeentje. Van Holkema Warendorf,
Weesp 1984 f. 20,80.
Tien x 'n Smoesje. Van Holkema Warendorf, Weesp
1985 f. 22,80.
Dit is het Toppunt! Van Goor, Amsterdam 1986 f. 22,75.
Tien x Toekomst. Van Holkema Warendorf, Houten
1986 f. 19,90.
Lees je Knetter. Uitgeverij Uniepers, Amsterdam/VARA
1986.
Verhalen en illustraties in Primo, Okki, Jippo, Taptoe,
Tikker, De Blauw Geruite Kiel, Ezelsoor, Winterboeken.
Museumboek voor Zeeland. Bosch en Keuning, Baarn
1980.
Querido's Letterkundige Reisgids voor Nederland, pag,
515-525 Querido, Amsterdam f. 59,50.
Hun laatste Rustplaats, pag. 249-251. Bosch en
Keuning, Baarn 1985 f. 35,00.
Diverse artikelen in o.a. En Nu over jeugdliteratuur
(Leegoed), Leestekens, Zeeuws Tijdschrift, Lexicon
Jeugdliteratuur.
Over Wim Hofman schreef Nel Teeuwen-Opheij Shun
the Punman, Uitgeverij van In-Lier-NBCL, Den Haag
1984. Refleks jaargang 1984 nr.4 f. 12,60.