EEN ZAAIER GING UIT V I Honderd jaar geleden, op 19 februari 1887, stierf Multatuli in^^^MM^^^het Duitse Nieder- Ingelheim. De belangstelling bij de crematie zaamde positie ver schrijnend li's vrouw broer, een en uit Neder Middelburg delaren aut enC.M. Minstens bezocht Zeeland o Hij vond er En vriend 'Nooit was aangenamer rikzee', hij in 1877 Het gehoor bij causerieën Pas later dring ten door tot Historicus Bert af de vereen- van de schrij weer: Multatu Mimi, haar huisvriend and de twe se houthan F.M. Wi Ghijsen. vier maal Multatuli te sprekeü open oren. schap, ik ergens an te Zie- schre 3f naar Mimi. Multatuli's is liberaal, zijn vrije gedacb| arbeiders. Altena over de volgelingen van Multatuli. OVER MULTATUU'S VOLGELINGEN-IN ZEELAND Tirannen worden door slaven gemaakt en gelovers lokken bedrog uit de volgelingen Bert Altena 18 De indruk door Multatuli in een gemeenzaam teweeg gebracht, is geheel dezelfde dien ^on van hem ontvangt als redenaar. Altijd vindt men ÜLn zoeker den denker terug, voor wiens aandacht EL te groot en niets te klein is; die zich door geen Oenomen begrippen van heiligheid qf eerbied- aardia laat terughouden om alles aan zijn ünHprzoek te onderwerpen: voor wien geen gevoe- Sns zoo algemeen geldend is, of het is hem geoorloofd er het zijne tegenover te stellen.' Overweldigd door een gesprek met de schrijver in kleine kring, poogde de redacteur van de 'Middel- burgsche Courant', H.F.L. Pisuisse, Multatuli te portretteren. Wat was dat voor iemand, wiens werken men tot voor kort in de Nederlandse pers doodzweeg, 'omdat er te veel van te zeggen is'. Wat Multatuli neerschreef was namelijk buitengewoon ongepast in de ogen van de hoge standen en de gezeten burgerij, voor wie kranten als de 'Middel- burgsche' in die dagen schreven. Een man diezo kon beledigen, een rebel die zoveel heilige huisjes omver schopte, die als atheïst openlijk van zijn vrijdenkerij getuigde, als feminist zo gedurfd over man-vrouw relaties kon schrijven en die vooral een onvermoei bare criticus was van de gezapige, bedompen kleinburgerlijkheid welke de Nederlandse tot de meest gesteven van de beschaafde naties maakte, zo'n man liet men niet toe in de publieke opinie. Niets leek heilig voor deze schrijver, die in zijn 'Minne brieven' zelfs uitriep: 'Publiek, ik veracht u met grote innigheid'. Het getuigde dan ook van durf toen de 'Middelburgsche Courant' in 1875 een waarderend artikel schreef over een voordracht van Multatuli in Goes. ijf jaar later kon Pisuisse vergenoegd vaststellen dat de grote pers sinds zijn 'moedstuk' veel welwillender over Multatuli was gaan schrijven. Wat had deze late populariteut veroorzaakt? Pisuisse zelf meende dat het kwam door de opvoeringen van Multatuli's toneelstuk 'De Vorstenschool', waarin Mina Kruseman en de Middelburgse Elize Baart schitterden. Nu, na meer dan honderd jaar, kunnen we op dieper liggende oorzaken wijzen, maar Pisuisse had niet ongelijk. Het was niet toevallig dat De Vorstenschool' in de tweede helft van de zeventiger jaren grote opgang maakte. Dat stuk gaat ■n belangrijke mate over de oplossing van de'sociale quaestie', die zich in Nederland, zoals eerder in het buitenland, had aangediend. 'Communismus', 'so- cialismus' en de beweging onder de werklieden, die be welgeordende standenmaatschappij met haar vaste code van gezag en ontzag op revolutionaire wijze dreigde op te heffen, waren geleidelijk aan angstaanjagende grootheden geworden, e wijze waarop de werklieden van Parijs in 1871 'Jdelijk de macht hadden gegrepen, had een s clering door het land doen gaan. Langzaam maar ^eker ontwaakte ook in Nederland het besef dat men om het lot van de werklieden moest bekomme- [®n. of het zou net gaan als in Frankrijk, of in uitsland waar revolutionairen tot tweemaal toe de 6|zer hadden pogen te vermoorden, of in Rusland aar homaanslagen aan de orde van de dag waren. Dat besef maakte groeperingen uit de hogere standen en de intelligentsia ontvankelijk voor drama als 'De Vorstenschool'. Maar er waren nog dieper liggende oorzaken voor de plotselinge populariteit van Multatuli. Industrialisa tie en verbeterde middelen van vervoer tastten langzaam maar zeker de hele maatschappelijke orde aan. Werklieden kwamen naar steden waar bedrijven opbloeiden, in Zeeland vooral naar Vlissingen. Steden breidden zich uit, zonder dat instellingen die een maatschappij bijeen houden (de kerken bijvoorbeeld) in gelijk tempo meegroeiden. Via de opkomende industrieën kregen ook allerlei mensen de kans te stijgen op de sociale ladder, waardoor de kracht van de standenmaatschappij werd onder mijnd. Verbeterde treinverbindingen ontsloten voor heen afgesloten streken en vergemakkelijkten het reizen. In Zeeland merkten sinds het eind van de zestiger jaren vooral Zuid-Beveland en Walcheren hier de gevolgen van. k kan dat hier natuurlijk slechts onvolkomen schetsen, maar industrialisatie en verbeterde ver- keersmogelijkheden veranderden de maatschappij en het maatschappelijk bewustzijn van de Nederlan ders tussen, zeg, 1875 en 1914 grondig. Voordat de spoorwegen kwamen, herinnerde een zekere W. zich in 1879, moest Middelburg een vreemde indruk hebben gemaakt met al die geboren aristocraatjes die in kleine kring de stad bestuurden en gewichtig deden. 'Middelburg en zijne' nijvere burgers trachten dan ook reeds lang dien treurigen tijd te vergeten. In onze gemeente waardeert met thans ieder die wat presteert, die wat weet, die wat kan. Men begint meer en meer te vragen, niet wie de vader of de grootvader van iemand was of wat deze gedaan heeft, maar wat die iemand zelf wil doen en kan doen.' Dat was de grote verandering in de maatschappij die de toegenomen belangstelling voor Multatuli ver klaart. Oude normen en waarden werden toenemend ter discussie gesteld, omdat de maatschappij er steeds minder aan beantwoordde en omdat de betere verkeersmogelijkheden wrijving van gedach ten mogelijk maakten. Een steeds duidelijker beweging onder de werklieden, die in Domela Nieuwenhuis hun woordvoerder vonden, deed het besef groeien dat er grote dingen te gebeuren stonden. Het is niet overdreven om van een mentale aanpassing aan een nieuwe materiële wereld te spreken. Maatschappij en staat moesten hervormd worden en oude vormen en gedachten konden daarbij steeds minder hun dienst bewijzen. Wat was de waarde van traditie, wat van het vormelijke standsbesef, mochten niet ook vrouwen een baan hebben? En vooral: wat had men nog aan de kerk, wat was de verhouding van de veranderde wereld tot

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1987 | | pagina 10