leater Dance Workshop seft meeste varing tapdans De jazzdans is zich een plaats aan het veroveren in de Nederlandse danswereld. De artistieke ontwikkeling is nog niet afgerond: de dansen zijn technisch goed, maar bij dansers en choreografieën is nog vaak te weinig raffinement te zien. Een van de drie Nederlandse jazzdansgroepen is de Theater Dance Workshop die met het programma New Yorick laat zien vooral vaardig te zijn in de tapdans. lew yorick Jan Baart tijd new yorick demonstraties warming up klassieke school vrolijke sfeer o De jazzdans in al zijn varianten heeft momenteel zowel passief (in het theater) als actief (op de vele cursussen) een grote aanhang. Onder vele bena mingen -van jazzballet en aerobic tot afro dance en tap- maken danscursist én theaterbezoeker kennis met allerlei afleidingen van deze oorspronkelijk typisch Amerikaanse dansvorm, waar de emotionele muziekbeleving van de negerslaven de basis voor heeft gelegd. Ondanks alle bewerkingen blijven ook altijd wel de Afrikaanse ritmen herkenbaar, die verwijzen naar de negroïde achtergrond. Zeker de laatste tien jaar is het echter vooral een hot-item geworden voor ieder die lichaamsbewust mee wil doen met de trend van jong, mooi en succesvol. De obscure 'zwarte' negerdans van kermis en vaudeville is geannexeerd door de 'blanke' yuppie-industrie. Het fenomeen jazz-dans heeft als 'Amerikaanse import' ook voet gezet op de Nederlandse podia. Binnen het totale aanbod van dansstijlen in het theater is er ruimte voor de jazz-dans, toch is de artistieke en organisatorische ontwikkeling nog niet afgerond. De hier beschikbare dansers hebben bijvoorbeeld technisch gezien veelal een voldoende basis, maar in hun podiumprestaties ontbreken wel eens het vanzelfsprekende gemak en het raffinement waar het bijvoorbeeld in New York juist van bruist. De choreografieën laten een soortgelijk compro- mis zien. Er komt veel vaardig maakwerk op de planken, maar dikwijls zonder raffinement en hechte greep op de materie, waardoor de kwaliteit van de dansers optimaal zou worden benut. Het zijn zaken die kennelijk nog tijd behoeven. Er functioneert momenteel een drietal Nederlandse jazzdansgroepen waaronder de Theater Dance Workshop, in 1981 opgericht door Benjamin Feliks- dal en ondersteund door de gemeente Amsterdam. De eerste jaren is door de Theater Dance Workshop veel ervaring opgedaan met het geven van demon straties op scholen. Vooral de tapdans heeft bij die demonstraties veel aandacht gekregen en dat wordt weerspiegeld in het repertoire dat de groep sindsdien heeft uitgebracht. De programma's van de Theater Dance Workshop geven daarmee een afspiegeling van de traditionele Broadway-show, waar lichtvoetigheid wordt gepre senteerd in kleurige aankleding en onbekommerde sfeer. Het programma New Yorick (dat al in december 1984 in première is gegaan) geeft een goed voorbeeld van die invalshoek. Het avondvullende programma be gint in het onderdeel Jazz in Focus met een demonstratie in de vorm van een 'warming up'. Om het lichaam voor te bereiden op de vereiste top prestaties doet elke dansgroep (achter de scher men), vóór het eigenlijke programma eerst zo'n warming up. Het is zeker voor wie dat nog niet eerder heeft gezien een zowel leuke als informatieve start, overgaand in enkele nummers met lichtgewicht jazz dans (gezet op Aretha Franklin met rhythm-and- blues), waarvoor Benjamin Feliksdal, Delia Stewart en Frans Schraven choreografische bijdragen heb ben geleverd. Meer pretentieus is het door Benjamin Feliksdal gemaakte Plaza (op een georkestreerde compositie van Benny Goodman). De voor de jazzdans kenmer kende isolatietechniek-het onafhankelijk van elkaar laten bewegen van lichaamsdelen - symboliseert hierbij als bewegingsstijl het thema van het uitge beelde verhaal, dat handelt over het maatschappelijk isolement van de mens. In de vier delen over de vervreemding van de mens wordt naast die isolatie techniek uit de jazz overigens ook ruimschoots gebruik gemaakt van verworvenheden uit de klassie ke school bij het tekenen van de maatschappij, waar voorechte ontmoetingen maar weinig plaats blijkt te zijn. Het hart van de voorstelling wordt gevormd door de suite New Yorick, die ook de naam aan het hele programma geeft. In dit achtdelige onderdeel met choreografieën van onder meer Carol Hessen Delia Stewart, staat de tapdans centraal. Het is de materie waar de Theater Dance Workshop de meeste erva ring mee heeft opgebouwd en dat is te merken. De vlotte en vaardige uitvoering van New Yorick laat zien, dat de dansers het meest 'thuis' zijn bij het tempo en de vrolijke sfeer van de tapdans uit de Amerikaanse vaudeville-traditie. •IC

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1987 | | pagina 8