ATHOL FUGARD STRIJDT VOOR DE MENSELIJKE WAARDIGHHEID mm oktober 15 In Zuid-Afrika, New York en Londen was het toneelstuk The road to Mekka van Athol Fugard een groot succes. De reden zou kunnen zijn, naast het vakmanschap van de Zuidafri- kaanse toneelschrijver natuurlijk, dat de hoofdpersonen een positieve wending aan hun leven weten te geven. In Nederland spelen Josephine van Gasteren, Ton Lutz en Henriëtte Tol het stuk onder de titel Mijn Mekka. Athol Fugard kiest voor de liefde en de menselijke waardigheid. ZZmijn mekka: A. de J. 'Ik denk graag, dat ik ertoe heb bijgedragen ;mijn mekka de liefde in deze hoek van de wereld in leven te houden' Mijn Mekka speelt in de geboortestreek van Athol Fugard, in het dorpje New Bethesda. Door de afgelegen ligging zijn de inwoners sterk op elkaar aangewezen. Een excentriek type als Helen, die het in haar hoofd krijgt op hoge leeftijd tekenen van eigen leven te vertonen en nog wel vlak na de dood van haar man valt dan ook snel in negatieve zin op. In een golf van creativiteit is ze beelden gaan maken en ze zet haar tuin er mee vol. Ze schept haar eigen Mekka, zoals ze het zelf noemt. Dat kan in het dorp allemaal niet en de dominee hij noemt zich haar beste vriend was toch al van plan eens met Helen te praten over de verminderde kerkgang en haar manier van leven. Hij bedenkt een 'menselijke oplossing' voor het probleem, dat ze 'voor zichzelf en haar omgeving vormt'. Kort voor ze op de dominee zijn voorstel moet reageren, krijgt ze bezoek van een toegenegen vriendin, een jonge lerares die honderden kilometers verderop woont. Het gesprek tussen de twee vult het grootste deel van het stuk. Beide vrouwen hebben problemen, waar van ze zich niet met een Jantje van Leiden willen afmaken door de algemeen aanvaarde dogmatische oplossingen te accepteren. Er ontstaat dan ook een spannende dialoog waarin ze elkaar niet sparen. Dankzij de steun van haar jongere vriendin hervindt Helen haar evenwicht en krijgt ze de kracht de dominee te trotseren en voor zichzelf te kiezen. Hans Vogel zag The road to Mekka van de winter in Londen. Zijn conclusie luidt dat het de enig werkelij ke toneelgebeurtenis van dat seizoen in Londen was. 'Sinds cjebeurt daar het zeldzame wonder, dat alleen een eerlijke opvoering van een meesterlijk verhaal kan veroorzaken: de simpele geschiedenis van een bejaarde vrouw die het buitenbeentje is van een Zuidafrikaans dorp'. Bij Athol Fugard vind je geen cynisme. In al zijn stukken treden personen op die proberen te overle ven, lichamelijk en emotioneel. Ze strijden om iets van hun waardigheid en menselijkheid te behouden. Fugard heeft gezien wat de scheiding der zielen in zijn land teweeg brengt bij mensen. Hij zei eens dat hij al jong de keus moest maken tussen twee energie bronnen. 'Liefde en haat. De slachtoffers liefhebben of de onderdrukkers haten. Ik denk graag, dat ik ertoe heb bijgedragen de liefde in deze hoek van de wereld in leven te houden.' Fugard werd in 1932 geboren in Middelburg, Zuid- Afrika. Zijn vader behoorde tot de Engels spreken den en zijn moeder tot de Afrikaanders. Door zijn moeders krachtige persoonlijkheid overheerste de Afrikaander cultuur. Hij beschouwt zichzelf dan ook als een Afrikaander die in het Engels schrijft. Na de ontmoeting met Sheila Meiring, een actrice die zijn vrouw word, raakt hij voor het eerst betrokken bij toneel en hij schrijft zoals hij 't zelf noemt 'enkele 14 mm oktober aanmatigende korte stukjes'. Dat was in 1956. Twee jaar later verhuist hij naar Johannesburg waar hij noodgedwongen gaat werken bij een gerechtshof dat overtredingen van de pasjeswet behandelt. Wat hij daar meemaakt, heeft grote invloed op zijn houding jegens de Zuidafrikaanse politiek en zijn werk. 'Die tijd was traumatisch voor mij als blanke Zuid—Afrikaan. We hadden het vreselijk druk, ge middeld één zaak per drie minuter). In dat half jaar in die rechtzaal heb ik meer leed gezien dan ik kon verdragen. Ik begon te begrijpen hoe mijn land in elkaar zat.' Fugard leert het leven in de zwarte woongemeen schappen kennen en krijgt er veel vrienden onder zwarte artiesten. Dat mondt uit in zijn eerste twee toneelstukken: No-good friday en Nongogo. Fu gard regiseerde en zwarte amateurs speelden. Hoe wel hij de stukken als vingeroefeningen zag, kun je het overheersende idee uit zijn latere stukken er al uit halen: overleven. In Europa, waar hij theater-erva- hng wil opdoen, onstaat het eerste belangrijke stuk, The Blood Knot. Hij regiseerde bij de toneelgroep Puck (later Centrum) De honden, een stuk van Tone Brulin. jf|ls hij het nieuws hoort van het verschrikkelijke 'oedbad in Sharpevme, Keen nij terug naar Zuid- "frika. The Blood Knot gaat in 1961 in Johannesburg 'n Première en voor t eerst staan een blanke en een zwarte speler op het toneel in een stuk dat gevoelens •Qotlegt die de rassenongelijkheid tot gevolg heeft. Het is tevens het begin van een vorm van eigen Zuidafrikaans toneel. Sindsdien zijn ook Fugards niet uitgesproken poli tiek getinte stukken een aanklacht tegen apartheid. Hij schreef in de volgende jaren onder meer People are living there, Hello and goodbay, Boesman and Lena, Sizwe Bansi is dead (dat door de Londense theatercritici werd voorgedragen als beste tooneel- stuk van 1974), A lesson foraloes, Master Harold... and the boys. Boesman and Lena werd verfilmd door Ross Devenish, Fugard schreef het scenario en speelde mee. Hij speelde ook in andere films, zoals Ghandi en The killing fields. Hoewel Fugard tegen woordig meer elders vertoeft dan in zijn geboorte land, is zijn binding ermee nog even sterk. 'Ik geloof nog steeds, dat theater een buitengewone factor kan zijn in de positieve ontwikkeling van welke maatschappij dan ook. Het zet mensen aan tot denken en voelen, soms over dingen die ze niet willen denken en voelen. Het is mijn stellige overtui ging, dat als de meerderheid van blanken in Zuid- Afrika dat zou doen, er een echte kans zou zijn dat er in dat land iets zou veranderen.' v.l.n.r. Henriëtte Tol, Ton Lutz, Josephine van Gasteren Foto Ronald Sweering Zuidlandtheater Terneuzen: Mijn Mekka woensdag 15 oktober, 20.00 uur

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 8